De Stalinperiode (vervolg)

Nederlands > Context > Historisch en politiek > De Stalinperiode (vervolg)

1933

In januari 1933 waren er al 55.000 mensen veroordeeld volgens de nieuwe wet, waarvan er 2.000 waren doodgeschoten. Ook de uitroeiing van de koelakken werd voortgezet. Volgens de (te laag opgegeven) officiële cijfers werden in dit jaar nog eens 240.000 gezinnen gedeporteerd. In de winter van 1932-1933 ontstond een grote hongersnood. De vrouw van Stalin, Nadezjda Sergejevna Alliloejeva (1901-1932), had zelfmoord gepleegd. De bevolking stierf van de honger, maar durfde het graan van de kolchozen niet aan te raken en ondanks deze hongersnood bleef de graanexport naar het Westen doorgaan. Met behulp van de angst, het bloedvergieten en de honger leidde Stalin een gebroken land op de weg van de industrialisatie. Op de laatste dag van het oude jaar werd het eerste Vijfjarenplan «vervuld» verklaard.

1934

Het XVIIde Partijcongres in januari-februari werd het Congres van de overwinnaars genoemd. De titel secretaris-generaal werd veranderd in eerste secretaris. Op 18 september trad de USSR toe tot de Volkerenbond en werd de idee van de collectieve veiligheid gelanceerd. De bewapening van het land werd opgevoerd. Op 1 december werd Sergej Mironovitsj Kirov (1886-1934) vermoord, waarschijnlijk met medeweten van Stalin. Hij was nochtans een vriend en aanhanger van Stalin, en had nog maar net voor hem de partijleiding in Leningrad gezuiverd van anti-Stalin elementen. Maar hij was op het XVIIde Partijcongres, tegen zijn eigen zin in, door een anti-Stalin groep als tegenkandidaat voor Stalin naar voor geduwd en... hij kreeg véél stemmen. Wellicht té veel volgens Stalin zelf. De Grote Terreur nam een aanvang. Miljoenen mensen verdwenen naar de Goelag Archipel.

1935

In april 1935 werd er een nieuwe wet afgekondigd: kinderen van twaalf jaar en ouder kregen dezelfde straffen als volwassenen, met inbegrip van de doodstraf. Stalins slachtoffers moesten dus ernstig rekening houden met het wel en wee van hun nageslacht. De metro van Moskou werd geopend; weer een teken van de «grote toekomst» die voor het volk lag. Er werd grote zorg besteed aan de inrichting en de decoratie van de stations. De fantastische ondergrondse paleizen waren bedoeld om de arbeiders te laten zien in wat voor huizen hun kinderen onder het communisme zouden leven.

1936

In de zomer van 1936 begonnen de Grote Zuiveringen. In december kwam Stalin met een nieuwe grondwet waarin naast elkaar de Opperste Sovjet en de Sovjet van de Nationaliteiten bestonden. De Communistische Partij bleef wel oppermachtig.

De Grote Zuiveringen werden getypeerd door de beruchte showprocessen, die doorgingen van 1936 tot 1938, waarin de ene ex-medestander van Stalin na de andere werd geëlimineerd.

Klik hier om meer te lezen over de showprocessen

Plots pakte Stalin ook de cultuur aan. Er kwam een «herstructurering van het culturele front». Dit betekende dat de kunst begrijpelijk moest zijn voor de hardwerkende massa. De laatste overblijfselen van de avant-garde kunst werden vernietigd.

1937

In 1937, toen hij zich gereed maakte om de leninistische oude garde de genadestoot toe te brengen, veranderde Stalin de geheime dienst NKVD in een enorm leger, georganiseerd in divisies en met honderdduizenden manschappen. Een gigantisch netwerk van informanten omspande het land. Ogenschijnlijk werkten zij op vrijwillige basis, maar zij ontvingen regelmatig beloningen, onder andere in de vorm van geleidelijke promotie in hun eigen beroep. In 1937 riep Stalin de ideologische terreur een halt toe. De partijfunctionarissen belast met het toezicht op de kunst, hadden hun werk gedaan. De artistieke intelligentsia waren bang gemaakt en in 1937-1938 kwamen haast tegelijk alle voormalige leiders van de RAPP één voor één voortijdig aan hun einde. Michail Boelgakov werd met rust gelaten, net als componist Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj (1906-1975)  en schrijver Michail Aleksandrovitsj Sjolochov (1905-1984). Ook schrijver Boris Leonidovitsj Pasternak (1890-1960) mocht niet gearresteerd worden van Stalin. Nochtans was Pasternak de enige die had gedurfd te weigeren zijn handtekening te plaatsen onder een eis om «het ongedierte, de saboteurs en de spionnen» te executeren.

De hoofden van alle takken van de economie brachten verslag uit over hun successen, niet uitgedrukt in geld maar in het aantal geliquideerde vijanden. Na de Partij was het leger Stalins voornaamste zorg en zijn voornaamste doel. Toen hij Trotski had vervangen door generaal Kliment Jefremovitsj Vorosjilov (1881-1969) had hij de meeste voormalige commandanten meedogenloos op straat gezet. Hij had de ontwikkelingen van het begin van de jaren dertig voortgezet en 37.000 man ontslagen. Maar er waren verschillende bevelhebbers die zo goed als onaantastbaar waren. August Ivanovitsj Kork (1887-1937), het hoofd van de Militaire Academie, werd als eerste gearresteerd in mei 1937. Maarschalk Michail Nikolajevitsj Toechatsjevskij (1893-1937), een typisch tsaristische officier, werd op 27 mei gearresteerd, twee dagen later gevolgd door generaal Jeronim Petrovitsj Oeborevitsj (1896-1937). Maarschalk Jona Emmanuilovitsj Jakir (1896-1937) kwam als volgende aan de beurt. De Militaire Raad kwam van 1 tot 4 juni samen in het Volkscommissariaat van Oorlog. Er werden meer dan 100 militaire bevelhebbers uit de provincies gehaald omdat de gelederen van de Militaire Raad ondertussen drastisch waren uitgedund: een kwart van de leden was gearresteerd. Op 11 juni vond een versneld proces plaats met - uiteraard - de doodstraf als vonnis. De vernietiging van het oude opperbevel bleef in 1937 en 1938 doorgaan en het leger raakte verzwakt. Maar Stalin wist dat het leger er uiteindelijk sterker uit tevoorschijn zou komen. De massale moord op de voormalige officieren betekende dat het commando aan de vooravond van de oorlog kon worden overgedragen aan jongere, beter geschoolde bevelhebbers, mannen voor wie de Burgeroorlog slechts een heroïsche mythe was.

Ondertussen zorgde Stalin als een ware Caesar voor afleiding voor zijn «gelukkige» burgers. Boven het Kremlin werden bijvoorbeeld robijnrode sterren aangebracht en men ging massaal naar het Rode Plein om te zien hoe die sterren ’s avonds werden verlicht. Het dagelijkse leven ging vergezeld van donderende marsmuziek, want dit was het land van de grote overwinnaars. De monarchisten, de mensjevieken, de socialistische revolutionairen, het Witte Leger… ze waren allemaal verslagen in de Burgeroorlog en nu behaalde het Sovjet-volk zijn overwinningen in vredestijd.

De Nieuwspraak, zoals die door George Orwell zo goed getypeerd zou worden in zijn roman 1948, bereikte zijn hoogtepunt. In een tijdspanne van twee of drie Vijfjarenplannen hadden de Sovjets de rest van de wereld «ingehaald» en weldra zouden ze die zelfs achterlaten. Van het Heilige Rusland waren slechts nog onthoofde kerken over. En dan waren er nog de jaarlijkse militaire parades op het Rode Plein. Stalin had een land van collectieven geschapen. Men werkte collectief, woonde in communale appartementen en ook de vrije tijd werd collectief doorgebracht. Elk beroep had zijn eigen feestdag. Stalin liet in het hele land Parken van Cultuur en Rust verrijzen. Daar kon men zich vermaken onder leiding van speciaal opgeleide vrijetijdsorganisatoren, uiteraard collectief. De persoonlijke verantwoordelijkheid viel weg, er bestond slechts nog de collectieve verantwoordelijkheid. Dit collectieve geweten stelde de mensen in 1938 in staat om «zorgeloos» te leven… terwijl de Grote Terreur haar gruwelijkste periode inging.

1938

Het werd tijd om het imago van de «aardige Stalin» te creëren. Het begon met de rehabilitatie van onschuldig veroordeelde mensen. Stalin bevrijdde 327.000 mensen, onder wie veel militairen. De vliegtuigontwerpers Andrej Nikolajevitsj Toepolev (1888-1972) en Nikolaj Nikolajevitsj Polikarpov (1892-1944) werden vrijgelaten, samen met andere vooraanstaande ingenieurs en wetenschappers. Maar het was slechts een andere wending van de terreur. Want die keerde zich plotseling tegen de massa. Mensen werden opgepakt voor een onvoorzichtige uitspraak of een zetfout in de krant. Het leger zorgde ervoor dat duizenden gezonde, sterke mensen in de kampen belandden. De arrestatie van elke «vijand van het volk» werd gevolgd door de arrestatie van zijn familie, vrienden en bekenden. Op 25 augustus 1938, toen de Grote Terreur afnam, besprak het Presidium van de Opperste Sovjet de mogelijkheid om de gevangenen die het hardst hadden gewerkt vervroegd in vrijheid te stellen. Maar in 1939 liet Stalin het Presidium een decreet ondertekenen dat bepaalde dat elke veroordeelde zijn volledige straf moet uitzitten. Op 12 november 1938 kreeg Stalin een lijst met mensen die op grond van ernstige misdrijven waren gearresteerd. Alle 3167 personen moesten worden doodgeschoten, op bevel van Stalin en Molotov.

Er kwamen meer van deze verschrikkelijke lijsten. Heel af en toe streepte Stalin een naam door, onder andere die van Boris Pasternak en Michail Sjolochov. Zij zouden hun nut voor de Partij nog kunnen bewijzen. Stalins handtekening staat onder 44 van deze lijsten, wat ertoe leidde dat in totaal 44.000 mensen werden doodgeschoten.

1939

Op het Congres werd de nieuwe Partij die Stalin had gecreëerd officieel voorgesteld. In het staatsapparaat en in de Partij hadden een half miljoen nieuwe benoemingen plaatsgevonden. In de hogere gelederen waren 293 van de 333 regionale partijleiders vervangen. Negentig procent van het leidinggevende personeel was jonger dan 40 jaar. Twee belangrijke mannen waren bevorderd: de 43-jarige Andrej Aleksandrovitsj Zjdanov (1896-1948), zoon van een tsaristische onderwijsinspecteur en Kirovs opvolger in Leningrad, en de 45-jarige Nikita Sergejevitsj Chroesjtsjov (1894-1971), die Pavel Petrovitsj Postysjev (1887-1939) had vervangen als secretaris van de Partij in de Oekraïne. Maar de betrouwbare Molotov bleef de belangrijkste adjudant van Stalin.

Stalin begon openlijk meer uiterlijk vertoon van het oude tsarenrijk in te voeren. De gasten van een groot feest in het Bolsjoj Theater zagen tot hun stomme verbazing een groep kozakkenofficieren in de loge zitten. Deze verbazing kwam voort uit het feit dat zij tsaristische uniformen droegen, compleet met gouden en zilveren nestels. Het jaar 1939 was bijna ten einde en Stalins 60ste verjaardag stond voor de deur. Het was logisch dat hij ter ere van zijn verjaardag een nieuw toneelstuk door het Moskouse Kunsttheater MKhAT liet opvoeren. Michail Boelgakov, de bard van de Witte officieren, zou het stuk schrijven. Maar helaas, Boelgakov doorbrak een taboe: hij had gevraagd om documenten over het leven van Koba (de troetelnaam van Stalin) te kunnen inkijken. Het toneelstuk werd afgelast en dit besluit was meer dan Boelgakov kon verdragen. Kort daarna lag hij op sterven.

Vorige pagina Stalinperiode



Deze pagina delen |