Plannen voor een nieuw Boelgakov museum in Moskou

16 september 2009

In 2010 wil de stad Moskou een nieuw Bulgakovmuseum openen, ook al bestaan er nu reeds twee musea in Bolsjaja Sadovaja oelitsa nummer 10. Het nieuwe museum zou ondergebracht worden in Bolsjaja Pirogovskaja oelitsa 35 A, het gebouw waar Boelgakov leefde nadat hij uit Bolsjaja Sa-dovaja oelitsa 10 was weggegaan.

Noch de private initiatiefnemers van het Bulgakovhuis op het gelijkvloers van Bolsjaja Sadovaja 10, noch de bestuurders van het door de staat opge-richte Museum Michail Boelgakov in appartement 50 van datzelfde gebouw, waren vooraf geraadpleegd. Het Museum Michail Boelgakov heeft, nadat het de beslissing vernomen had, aan de stad Moskou gevraagd om het nieuwe museum te mogen beheren als een verlengstuk van de huidige werking. Marietta Tsjoedakova, die het Museum Michail Boelgakov leidt, vindt immers dat alle plaatsen die aan Boelgakov herinneren door het staatsmuseum moeten gecoördineerd worden. Tsjoedakova beklaagt er zich overigens over dat de stad, ondanks vroegere beloften, zelfs bij monde van burgemeester Joeri Loezjkov, niet veel doet om haar museum te ondersteunen. Hoewel de stad 24 % van de ruimte in Bolsjaja Sadovaja 10 in bezit heeft - wat neerkomt op 1500 tot 200 vierkante meter - kregen zij zelfs niet de beschikking over de zolder boven hun appartement.

Nikolaj Goloebjev, de directeur van het Boelgakovhuis, is positiever in zijn reactie. “Bolsjaja Pirogovskaja is de plaats waar Boelgakov lang heeft ge-leefd met Jelena Sergejevna, zijn derde vrouw,” zegt Goloebjev, “en waar hij gelukkig was. Wij hebben, samen met heel wat aanhangers, verschillende brieven geschreven aan de stad om het gebouw in Bolsjaja Pirogovskaja in stand te houden. Nu zijn er stadsdiensten in gevestigd. Wij hebben zelf veel plaats te kort om alle memorabilia in verband met Boelgakov in goede omstandigheden te bewaren. We zijn dan ook blij dat er een derde Boelga-kovmuseum komt. Wij bestaan vijf jaar, zonder beroep te doen op over-heidsgeld, en we hebben voortdurend handen tekort om de vele ideeën en projecten te realiseren. Of er nu drie, of zelfs vijf musea komen: wij gaan niet vechten om een deel van de fondsen te krijgen.”

Goloebjev vindt dat trouwens nog andere plaatsen die aan Boelgakov her-inneren in aanmerking kunnen komen als museum. Zoals het souterrain van de meester dat Boelgakov beschreef in De meester en Margarita. Dat was van vrienden van Boelgakov, de broers Sergej Sergejevitsj Topleninov en Vladimir Sergejevitsj Topleninov in Mansoerovski pereulok 9. “Dat huisje bestaat ook nog steeds en is in privébezit, maar het is in slechte staat. Gelukkig is het gebouw in Bolsjaja Pirogovskaja nog intact,” zei Go-loebjev.



Deze pagina delen |