Woland

Nederlands > De personages > Hoofdpersonages > Woland

Context

Woland wordt in de aanvang van De meester en Margarita vaak een vreemdeling genoemd en wekt dubbele gevoelens op bij Ivan en Berlioz, zijn eerste contactpersonen in Moskou. En al gauw zal blijken waarom. Professor Woland is schijnheilig en sluw, maar kan ook edel en vrijgevig zijn. De tegenstellingen in zijn persoonlijkheid komen ook tot uiting in zijn verschijning: «Rechteroog zwart, linker vreemd genoeg groen. Zwarte wenkbrauwen, maar op ongelijke hoogte. Kort en goed: geen Rus». Dat laatste is een wel erg vrije vertaling in de Nederlandse uitgave van de roman, want Boelgakov schreef иностранец [inostranets] of vreemdeling. Merkwaardig genoeg had Marko Fondse in zijn eerste vertaling in 1968 correct «een vreemdeling» geschreven. Geen idee waarom dat in latere herdrukken veranderd werd. Maar goed, deze vreemdeling beweerde erbij te zijn geweest toen Pontius Pilatus Jezus veroordeelde en voegde eraan toe dat hij de toekomst kon voorspellen, onder meer de onthoofding van Berlioz.

Woland en zijn trawanten veroorzaakten een enorme chaos in Moskou. Ze organiseerden een show met zwarte magie in het Variété Theater, waar ze verrukkelijke nieuwe kleren gaven aan alle aanwezige vrouwen en geld uit het plafond lieten neerdwarrelen. Kort daarna liepen de vrouwen echter gillend door de straten, in ondergoed of helemaal naakt, en het geld dat er eerst authentiek uitzag was veranderd in gewoon papier. Op zijn jaarlijks bal laat Woland zijn vermomming als professor vallen en toont hij dat hij de duivel is. Na het bal rijden hij en zijn trawanten weg naar de onderwereld op gitzwarte hengsten.


De duivel in Moskou

In het boekje My Life with Mikhail Bulgakov of Mijn leven met Michail Boelgakov, dat in 1968-1969 werd geschreven door Ljoebov Jevgenjeva Belozerskaja (1894-1987), Boelgakovs tweede vrouw, kunnen we lezen dat Boelgakov het idee kreeg om een roman over de duivel in Moskou te schrijven door Natalia Abramovna Ljamina-Oesjakova (1899-1990), de vrouw van zijn beste vriend Nikolaj Nikolajevitsj Ljamin (1892-1941).

Natalia had namelijk de omslag ontworpen van het boek Venediktov, of de gedenkwaardige gebeurtenissen in mijn leven, een verhaal van 64 pagina's geschreven door professor Alexander Vasiljevitsj Tsjajanov (1888-1937) in 1922. Ze was verbluft toen ze merkte dat de held van Tsjajanovs verhaal, waarin Satan opduikt in Moskou, de naam Boelgakov droeg. En Michail Boelgakov was «niet minder verbaasd door dit toeval».


De naam

De naam Woland is erg on-russisch. Het is een variant van de naam van de duivel in Faust van Johan Wolfgang von Goethe (1749-1842): de jonker Voland of Faland. In Faust heet de duivel Mephistopheles, maar op de beruchte Walpurgisnacht noemt hij zichzelf één keer Voland: «Platz! Junker Voland kommt!» of «Maak plaats! Jonker Voland komt!».

In de opeenvolgende versies van De meester en Margarita die Boelgakov schreef veranderde Woland enkele keren van naam. In de eerste versie, De zwarte magiër uit 1928-1929, noemde hij zichzelf professor Veljar Veljarovitsj Woland. In de tweede versie, De hoef van de ingenieur, geschreven in 1929, overhandigde een vreemde dokter aan de dichter Ivanoesjka Bezrodny of Ivanoesjka Zonder familie een kaartje met de naam «D-r Theodor Voland». Het meest opvallende daaraan was dat Boelgakov deze naam niet weergaf in cyrillische lettertekens zoals kon verwacht worden in een Russische tekst, maar dat hij latijnse lettertekens gebruikte. «Een bourgeois kaartje», was de eerste gedachte van de jonge dichter toen. De voornaam Theodor komt van het Griekse Θεόδωρος [Theodoros] en dat betekent godsgeschenk.

In een volgende versie van de roman kreeg Woland een andere voornaam, en werd hij господин [gospodin] of seigneur Azazello Woland. De demon die wij nu kennen als Azazello heette toen Fiello. Pas in 1934 werden de definitieve namen van Woland en Azazello vastgelegd.


Een vreemdeling

Woland wordt in het begin van de roman voorgesteld als een mysterieuze vreemdeling en professor die Moskou bezoekt en alle gebeurtenissen in de roman aan het rollen brengt. Zijn afkomst was niet erg duidelijk. Ivan Bezdomny veronderstelde aan de Patriarchvijver eerst dat hij Duitser was. Maar misschien wou hij gewoon zeggen dat hij een vreemdeling was. Een buitenlander wordt in het Russisch tegenwoordig meestal aangeduid met het woord иностранец [inostranjets], maar vroeger werd het woord немец [nemets] ook gebruikt. Dat laatste woord betekende, naast Duitser, ook buitenlander. Wanneer Ivan in het eerste hoofdstuk dus aan Woland vraagt «Вы немец?» [vi nemets?], dan kan dat betekenen «bent u Duitser?», maar net zo goed «bent u vreemdeling?». Немец [nemets] zou afgeleid zijn van het werkwoord неметь [nemet], dat verstommen betekent. Een nemets is dus een stomme, in de zin van iemand die geen Russisch spreekt.

Boelgakov wou Woland bewust als een «onbekende» opvoeren. Hij wou vermijden dat de lezer meteen zou begrijpen dat het om de duivel ging. Zo had hij op 26 april 1939 bezoek van toneelschrijver Aleksej Michailovitsj Fajko (1893-1978) en de theatercritici Vitali Jakovlevitsj Vilenkin (1911-1997) en Pavel Alexandrovitsj Markov (1897-1980). Die avond las hij hen het begin van de roman voor. Daarna vroeg hij: «Wie is Woland volgens jullie?» Vilenkin zei dat hij het wist en schreef op een briefje het woord «Satan». Maar «een gekwalificeerd luisteraar» als Aleksej Fajko kon het niet meteen raden, zeer tot tevredenheid van Boelgakov.

De titel van het eerste hoofdstuk luidt «Spreek nooit met onbekenden» of «Praat nooit tegen vreemdelingen». Vreemdelingen wekten in de Sovjet-Unie zowel nieuwsgierigheid als achterdocht op. Omdat ze stonden voor de schone schijn en de glamour van het buitenland, maar tegelijk ook een risico op spionage vormden.

Ook nu nog weten Russen vaak nog niet goed hoe ze op vreemdelingen moeten reageren. Zelfs in de miljoenenstad Moskou zijn er nog ontzettend veel mensen die alleen Russisch spreken. Wanneer ze aangesproken worden door een buitenlander, zelfs als die gewoon om de weg vraagt, wenden ze zich nog vaak af. In mijn thuisland België is het niet uitzonderlijk dat iemand je in een andere taal de weg vraagt. Wanneer je vanuit mijn thuisstad Leuven een uurtje rijdt in om het even welke richting ben je in het buitenland. Vanuit Moskou echter moet je duizenden kilometer afleggen om mensen te ontmoeten die geen Russisch spreken, en de meeste Russen zijn nog nooit buiten Rusland - of tenminste buiten de vroegere Sovjet-Unie - geweest. Overigens zal je in Rusland ook zelden mensen met een zwarte huidskleur aantreffen. Wanneer een Moskoviet over een «zwarte» spreekt heeft hij het trouwens meestal niet over iemand met een zwarte huidskleur, maar doelt hij op iemand met «zwart haar», iemand uit de Kaukasus dus.


Prototype

Elders op deze website kan u lezen dat sommige bijbelse figuren uit De meester en Margarita zoals Jesjoea Ha-Notsri en Jehoeda van Karioth niet echt overeenstemmen met hun prototypes uit de canonieke christelijke leer. Hetzelfde geldt in hoge mate voor Woland.

Het prototype van Woland is Satan, de duivel, de leider van de rebellerende gevallen engelen die door God uit de hemel werden geworpen toen ze tegen hem in opstand kwamen. Hij is sindsdien de meester van de krachten van de duisternis, die de mensen tot zonde beweegt. Hij verpersoonlijkt het boze, het valse en het kwade, en door zichzelf te vermommen kan hij mensen verleiden en bedriegen zonder herkend te worden.

In De meester en Margarita krijgt Woland een heel ander imago. Hij is eerlijk en zelfs nobel in sommige opzichten, en verpersoonlijkt in de roman de rechtvaardigheid. Satan maakt valse beloften, maar Woland doet wat hij belooft, en zelfs méér. Margarita krijgt niet alleen haar meester terug, maar ze mocht ook Frieda verlossen van haar zakdoek. Daar waar Satan de mensen probeert te verleiden tot  immorele handelingen als hebzucht, veroordeling, kruiperigheid, omkoping en dergelijke, bestraft Woland deze dingen. Maar dat doet hij met een zekere mildheid voor wie geen echte boosheid vertoont. Bengalski, de ceremoniemeester van het Variété Theater, wordt wel onthoofd maar dat wordt weer goedgemaakt, en bij de schietpartij met Behemoth in de kroonluchter raakte niemand gewond. Maar voor hardleerse ideologen van het communisme kent hij minder genade, zoals onder meer Michail Berlioz en baron Meigel mochten ervaren.


Andere ideeën over prototypes

Sommigen zien Woland als een parodie op Josef Vissarionovitsj Stalin (1878-1953). En er zijn inderdaad enkele gelijkenissen. Net zoals Stalin Boelgakov spaarde maar anderen onverbiddellijk liet elimineren, spaart Woland de meester terwijl hij anderen straft. En Stalin werd in 1899 verwijderd uit het Russisch orthodoxe seminarie van Tbilisi, net zoals Satan, als gevallen engel, uit de hemel werd verbannen.

In zijn boek Эрос невозможного. История психоанализа в России of Eros van het onmogelijke. De geschiedenis van de psychoanalyse in Rusland uit 1993 suggereerde de Russische psycholoog en filosoof Alexander Etkind (°1955), professor aan het departement Geschiedenis en Beschaving van het Europees Universitair Instituut in Firenze, Italië, dat William Christian Bullitt Jr. (1891-1967) het prototype van Woland zou zijn geweest. Bullitt was de Amerikaanse ambassadeur in de Sovjetunie van 1933 tot 1936, die berucht werd om de recepties die hij hield in het Spasohuis, zijn residentie in Moskou, en die Boelgakov inspireerden om het bal van Woland te beschrijven in De meester en Margarita. Het is wel vreemd dat Etkind zijn thesis onder meer ondersteunt door een fysieke gelijkenis tussen Woland en Bullitt aan te halen: «Буллит тоже был лыс...», schreef hij, of «Bullitt was óók kaal». Maar in De meester en Margarita was Woland helemaal niet kaal, hij was «Брюнет» of «met bruin haar». Ik vraag mij dus af of iemand die niet goed leest wat er wél geschreven staat, betrouwbare conclusies kan formuleren over wat er niét geschreven staat.

De eigenzinnige Oekraïense polemist Alfred Nikolajevitsj Barkov stelt dat Vladimir Iljitsj Lenin (1870-1924) model zou gestaan hebben voor Woland. De meester zou de Russische schrijver Maxim Gorki (1868-1936) zijn. En Margarita zou dan op haar beurt geïnspireerd geweest zijn op Maria Fjodorovna Joerkovskaja (1868-1953), een actrice van het Moskouse Kunsttheater MKhAT, die bekend werd onder het pseudoniem Maria Andrejeva. Zij was de minnares van Gorki. Margarita zou dan volgens Barkovs logica een prostituee geweest zijn die door Woland - als verpersoonlijking van Vladimir Lenin - op hem zou afgestuurd geweest zijn.



Deze pagina delen |