Roebels en tsjervontsi

Nederlands > Context > Economisch > Roebels en tsjervontsi

De meeste mensen denken dat de roebel de munteenheid was in de Sovjetunie. En ten dele was dat ook zo. Maar Boelgakov gebruikt in De meester en Margarita steevast het woord червонец [tsjernovets] om een zogenaamd bankje van tien roebel aan te duiden. In hoofdstuk 12, wanneer de bankbriefjes van het plafond van het Variété Theater naar beneden dwarrelen, controleren de toeschouwers of het «echte, dan wel goochelaarsroebels waren». Dat is een foute vertaling. Want Boelgakov gebruikte het woord рубль [roebel] niet in deze passage. Hij gebruikte het woord червонцы [tsjervontsi].

En ook verder in de roman gebeuren er vreemde dingen met geld. En telkens ging het niet om roebels, maar om tsjervontsi. Dat was een essentieel element van Boelgakovs satire. Maar om deze satire te kunnen begijpen moet u het verhaal van de tsjervontsi kennen.


Een nieuwe munteenheid

De Sovjetunie had na het einde van de burgeroorlog geen stabiele munt, en de regering was er zich van bewust dat ze haar ambitieuze plannen voor de ontwikkeling van de Nieuwe Economische Politiek (NEP) niet zou kunnen realiseren zonder het monetair probleem op te lossen. Bovendien kende het land een hyperinflatie. In het dagboek van Boelgakov kunnen we lezen dat, op 18 april 1922, zijn huur in Bolsjaja Sadovaja tot anderhalf miljoen per maand verhoogd was. En dat voor «een kamer die afschuwelijk is, en de buren ook». Bloem kostte 18 miljoen per pond, wit brood 375 duizend per pond, en boter was één miljoen 200 duizend per pond. Een goed jaar later, op 11 juli 1923, kostte het wit brood 14 miljoen per pond. Drie maanden later, op 18 oktober 1923, was dat 65 miljoen geworden.

Bijgevolg werd door het decreet van de sovnarkom, de administratieve arm van de Sovjetregering, van 11 oktober 1922 aan de Sovjet Staatsbank de toelating gegeven om tsjernovets bankbriefjes uit te geven. De waarde ervan was gelijk aan deze van de prerevolutionaire gouden tienroebelmunt (7,74232 gram puur goud). De wet voorzag erin dat de munt voor tenminste 25 % gedekt was door edele metalen en harde valuta.

De eerste stap in het in omloop brengen van de tsjernovets bankbriefjes werd gezet in november 1922. Vreemd genoeg bleef de roebel ook bestaan, en de burgers vertrouwden die méér dan het nieuwe geld, want de roebel biljetten werden казнаки [kaznaki] genoemd, wat een afkorting is van казначейские знаки [kaznatsjejskije znaki] of schatkistbriefjes, terwijl de tsjervonets biljetten de naam совзнаки [sovznaki] kregen, en dat is de afkorting van Советские знаки [Sovjetskije znaki] or Sovjet briefjes.

De inruilwaarde van de tsjervontsi ten opzichte van de oude roebels moest twee tegen één worden. En niet tien tegen één, zoals de foutieve vertaling van tienroebelbiljetten suggereert. Verder zou er tussen de twee munten geen wisselkoers worden bepaald, in de hoop dat uiteindelijk de door goud gedekte tsjervonets het zou halen.

En inderdaad, de tsjervonets verdreef het oude papieren geld vrij snel. In het begin van 1923 vertegenwoordigden de tsjervontsi amper 3 % van al het geld in omloop, maar dat percentage steeg tot 83,6 % in februari 1924, op de vooravond van de volgende monetaire hervormingen.

In de jaren ’20 werd de tsjervonets officieel genoteerd op de internationale wisselmarkten. Maar de poging om een «harde» Sovjetmunt aan te houden was al van bij zijn invoering controversieel, en het succes ervan verdween samen met de NEP zelf. Op 9 juni 1926 vaardigde de regering een resolutie uit die de export van Sovjetgeld naar het buitenland verbood, en in februari 1930 werden alle transacties om goud en vreemde valuta aan privé-personen te verkopen voor tsjervontsi aan een vaste koers verboden. De sovjetmunt werd van de wisselmarkten genomen en bij de Staatsbank werd een speciale commissie samengesteld die de wisselkoersen voor vreemde valuta zou bepalen.

In 1937 verscheen Lenins potrret op de tsjervonets bankbriefjes. Maar de tsjervonets zelf was geen lang leven meer beschoren. De roebel werd opnieuw de voornaamste munt. De tsjervonets bleef in gebruiki tot in 1947. In dat jaar werd, om het geldverkeer weer te normaliseren, een nieuwe munthervorming georganiseerd waarbij het oude geld kon ingeruild worden voor nieuwe roebels tegen een koers van 10 op 1. En dat is wellicht de reden waarom mensen denken dat een tsjervonets hetzelfde zou zijn als een tienroebelbiljet.


Satire

In De meester en Margarita neemt Mikhail Boelgakov het gebruik van de tsjervonets voortdurend op de korrel. Het zijn immers de tsjervontsi, en niet de roebels, die veranderen in waardeloos papier, in etiketten van Narzan mineraal water, in etiketten van Abrau-Durso wijn, of in vreemde valuta. En aan de uitgang van het Variété Theater wilde de taxichauffeur boekhouder Vasili Stepanovitsj Lastotsjkin alleen maar meenemen indien hij met Трешки [tresjki] of drieroebelbiljetten betaalde. Hij wou goede, degelijke roebels, en geen tsjervontsi. Want de Sovjetburgers hadden geen enkel vertrouwen in het door het Sovjetbewind opgelegde betaalmiddel.

Het is jammer dat de meeste vertalers van De meester en Margarita het woord червонец (tsjernovets) altijd vertalen als tientjes of briefjes van tien roebel, en op die manier dus een deel van Boelgakov's satire aan hun lezers onthouden. Nemen we ter illustratie de passage waarin het geld van het plafond van het Variété Theater naar beneden dwarrelt. Hier volgt de originele tekst van Boelgakov en de Nederlandse vertaling van Marko Fondse en Aai Prins:

Соседи навалились на него, а он в изумлении ковырял ногтем облож-ку, стараясь дознаться, настоящие ли это червонцы или какие-ни-будь волшебные.
- Ей богу,
настоящие! Червонцы! - кричали с галерки радостно.

De omzittenden stortten zich op de man terwijl hij verbaasd de wikkel met zijn nagel loskrabde om te zien of het echte, dan wel goochelaarsroebels waren.
- Tjezus! Het zijn echte roebels! Briefjes van tien! schreeuwde de enge-lenbak opgetogen.

Een correcte vertaling van deze passage had moeten zijn:

De omzittenden stortten zich op de man terwijl hij verbaasd de wikkel met zijn nagel loskrabde om te zien of het echte tsjervontsi waren, en geen goochelaarstruuk.
- Mijn god! Het zijn
echte! Het zijn tsjervontsi! schreeuwde de engelenbak opgetogen.

Waarom is dat belangrijk? Ten eerste omdat tsjervontsi helemaal geen biljetten van tien roebel waren. Bij de invoering van de tsjervonets was de waarde één tsjervonets voor twee roebel. Er werden biljetten van 1, 2, 3, 5, 10 en 25 tsjervonets uitgegeven, die naast de verschillende roebelbiljetten bestonden. Na de invoering van de tsjervonets bestonden de tsjervonets en de roebel los van elkaar en er was geen onderlinge wisselkoers. Maar de eerste was het door de overheid opgelegde nieuwe geld, waarin de Sovjetburger geen vertrouwen had en waarmee Boelgakov doorheen de roman voortdurend rare dingen laat gebeuren, en de tweede was de oude, vertrouwde roebel.

Nog één illustratie van dit onderscheid: de passage waarin Vasili Lastotsjkin een taxi neemt. Hier volgt de originele tekst van Boelgakov en de Nederlandse vertaling van Marko Fondse en Aai Prins:

- Деньги покажите, - со злобой ответил шофер, не глядя на пасса-жира. Все более поражаясь, бухгалтер, зажав драгоценный порт-фель под мышкой, вытащил из бумажника червонец и показал его шоферу.
- Не поеду! - кратко сказал тот.
- Я извиняюсь… - начал было бухгалтер, но шофер его перебил:
- Трешки есть?
Совершенно сбитый с толку бухгалтер вынул из бумажника две трешки и показал шоферу.
- Садитесь

- Laat je geld zien, antwoordde de chauffeur boosaardig, zonder de passa-gier aan te kijken. Met stijgende verbazing klemde de boekhouder de kostbare aktentas onder de oksel, haalde een tienroebelbiljet uit zijn por-tefeuille en toonde dat de chauffeur.
- Neem me niet kwalijk, maar... begon de boekhouder. De taxibestuurder viel hem echter in de rede:
- Heeft u drieroebelbankjes?
De boekhouder, nu volkomen perplex, nam twee drieroebelbiljetjes uit zijn portefeuille en liet die aan de chauffeur zien.
- Stap in!

Een correcte vertaling van deze passage had moeten zijn:

- Laat je geld zien, antwoordde de chauffeur boosaardig, zonder de passa-gier aan te kijken. Met stijgende verbazing klemde de boekhouder de kostbare aktentas onder de arm, haalde een tsjervonets uit zijn portefeuil-le en toonde dat de chauffeur.
- Dan rijd ik niet! antwoordde deze kortaf.
- Neem me niet kwalijk, maar... begon de boekhouder. De taxibestuurder viel hem echter in de rede:
- Heeft u drietjes?
De boekhouder, nu volkomen perplex, nam twee drieroebelbiljetten uit zijn portefeuille en liet die aan de chauffeur zien.
- Stap in!

Er staan nog veel meer voorbeelden hiervan in De meester en Margarita, maar het zal de lezer nu wel duidelijk zijn dat er, doorheen de roman, volgens Boelgakov in de Sovjetunie een enorm groot verschil bestond tussen de nieuw geïntroduceerde tsjervonets en de «goede oude roebel». In de roman staan tsjervontsi voor herrie en onheil, de roebels niet. De Russische lezers zien de voor de hand liggende satire omdat Boelgakov een duidelijk onderscheid maakt tussen «tsjervontsi» en «roebels», maar de Engelse, Franse en Nederlandse lezers kennen alleen «tienroebelbiljetten».

In het echte leven werden tsjervontsi uitgevaardigd door een nieuw regime dat, op een brutale manier, geen respect toonde voor de tradities van de Russische ziel, de gemeenschap, de religie of de cultuur en dat daardoor hun hele leven overhoop haalde. In de roman werden de behekste tsjervontsi geïntroduceerd door de duivel die daarmee, ook op een brutale manier, het leven van de Moskovieten overhoop haalde.

In hun hart hielden vele Russen niet van de beslissingen die de Sovjet-autoriteiten namen om de pre-revolutionaire waarden te vervangen door nieuwe normen en standaarden die vaak regelrecht tegen de gevoelens van de burgers in gingen. Maar ze konden dat niet openlijk bekritiseren. Het ontkennen van de door de authoriteiten gecreëerde realiteit kon als subversief beschouwd worden - met een verbanning naar een werkkamp of zelfs een terechtstelling als gevolg. Maar toch bestond de behoefte om afkeuring uit te drukken. Dat gebeurde dan vaak door klandestien gedrag of humoris-tisch taalgebruik in verholen termen.

In het echte leven van zijn tijd en plaats gebruikte Boelgakov taalkundige instrumenten om het belachelijke van het officiële taalgebruik aan te tonen. Hij deed dat door het voortdurend verwisselen van illusie en realiteit, door een omkering van de hiërarchie tussen taal en realiteit zoals die ook door de overheid zelf werd toegepast. Wat waar of onwaar was in de taal van de Sovjetautoriteiten nam de overhand op wat waar of niet waar was in de realiteit. Boelgakov bestreedt de vijand dus met zijn eigen wapens. Echter wel met méér taalgevoel, méér zin voor relativiteit, méér gevoel voor schoonheid, minder willekeur en méér respect voor de lezer of toehoorder.

 



Deze pagina delen |