20. Azazello's balsem

Nederlands > De roman > Aantekeningen per hoofdstuk > Hoofdstuk 20

Azazello

Volgens het apocriefe Boek van Henoch van het Oude Testament was Azazel de leider van de grigori, een groep van gevallen engelen die met sterfelijke vrouwen gemeenschap had, waaruit de reuzen voortkwamen, ook bekend als de Nephilim. Azazel is de grigori die de mensen leerde wapens en juwelen maken. Dank zij hem leerden de vrouwen ook de «zondige kunst» om «hun gezichten te schilderen». Geen wonder dus dat net hij de balsem levert waarmee Margarita weer jonger wordt. Zijn lessen creëerden zoveel onrecht dat God besloot alle leven op aarde te vernietigen in de zondvloed.

Azazel is overigens een vaak voorkomende demonische figuur in velerlei godsdiensten of afgeleiden daarvan. In de joodse traditie was Azazel een demon die in de wildernis huisde. Deze joodse traditie kreeg met name in Algerije en Marokko aanhang. In de islam was Azazel een Djin die uit de hemel gegooid werd omdat hij weigerde Adam te aanbidden en omdat hij naar sterfelijke meisjes verlangde.

In modern Hebreeuws betekent de uitdrukking «ga naar azazel» zoiets als «val dood». Voorwerpen die «naar azazel zijn gegaan», zijn onherstelbaar kapot. En tijd, geld of moeite, die «naar azazel gingen», zijn verloren. Kortom, azazel is steeds een negatieve bestemming.

Klik hier om meer te lezen over Azazello


Ze liet het doosje op het glas van haar horloge vallen

Margarita begint problemen te krijgen met de vierde dimensie - de tijd. Straks zal ze zich in de vijfde dimensie bevinden.


Er werd een naaldje uit haar brein getrokken

Nadat ze Azazello's balsem heeft gebruikt voelt Margarita de zeurende pijn in haar slapen, die ze had gekregen na haar ontmoeting met Azazello, verdwijnen alsof er een naaldje uit haar brein werd getrokken. Dat naaldje werd ook gevoeld door Berlioz in het eerste hoofdstuk, en later door nog andere figuren wanneer ze in contact kwamen met Woland en zijn bende, zoals bijvoorbeeld Stefan (Stjopa) Bogdanovitsj Likhodejev in hoofdstuk 7 en Nikanor Ivanovitsj in hoofdstuk 9.


Een denderende virtuozenwals

Opnieuw wordt de actie begeleid door muziek, maar deze keer geeft regisseur Boelgakov geen aanwijzingen - er wordt niet gespecifieerd welke wals we ons moeten inbeelden bij de transformatie van Margarita in een heks.


Een hurkdans

De meeste mensen kennen deze dans wel, maar niet bij zijn Russische naam: вприсядку [vprisiadkoe]. Dat betekent hurkend, maar dan in verband met die typische Russische dans waarbij de dansers gehurkt zitten en de benen om beurt worden omhooggegooid.


Een bezem met de borstel overeind

Het woord dat Boelgakov gebruikt om de bezem aan te duiden waarmee Margarita zal vliegen, stemt niet overeen met wat in het Westen typisch beschouwd wordt als een heksenbezem. In de meeste Westerse voorstellingen gaat het immers om een bezem gemaakt met twijgjes, samengebonden aan een steel. Zo'n bezem heet in het Russisch een веник [vjenik]. Maar Margarita vliegt, merkwaardig genoeg, op een normale keerborstel, een щетка [sjtsjetka].

Overigens vloog ze ook niet op de traditionele manier van de heksen op de bezem. Meestal beeldt men vliegende heksen af met de twijgjes van de bezem achter hen. Maar bij Margarita stond de bezem «щетиной вверх» (sjtsjetnojy vverch) of omgekeerd, «met de borstelharen omhoog».

Een sjtsjetka en een vjenik

Een sjtsjetka en een vjenik



Deze pagina delen |