Marianne Gourg

Nederlands > De roman > Interpretaties > Marianne Gourg

Bron: Marianne Gourg heeft de herziening verzorgd van de Franse vertaling van de roman die oorspronkelijk gemaakt was door Claude Ligny en ze heeft er een zeer bevattelijke inleiding voor geschreven.

De omstandigheden waarin de roman tot stand kwam

Boelgakov begint aan De meester en Margarita in 1929, het jaar van de grote ommekeer, en heeft het essentiële deel ervan afgewerkt in 1937, het jaar van de Terreur, twee data die symbolisch de revolutie van Stalin samenvatten. De jaren van het compromis van de Nieuwe Economische Politiek (NEP) zijn voorbij, de USSR wordt een collectivistische en totalitaire staat.

Boelgakov bedenkt het eerste concept van zijn groots werk in een moment van crisis. In 1929 worden zijn toneelstukken, het ene na het andere, van de affiches verwijderd en hij wordt het doelwit van een perscampagne die erop gericht is om hem als schrijver te ruïneren. Op dat vlak (binnen de grenzen van veilig gedrag die door Stalin werden toegestaan en waarin je een "uitnodiging tot lijden" zou kunnen zien) verandert er fundamenteel niets tussen 1930 en 1937 want geen enkele van zijn boeken wordt in die periode gepubliceerd en, met uitzondering van zijn bewerking van Dode Zielen en enkele opvoeringen van Molière, halen zijn toneelstukken het podium niet.

De roman wordt dus geschreven in een bijzonder donkere politieke context, een op professioneel en menselijk vlak hopeloze situatie. Niets is echter minder triest dan dit werk dat geschreven werd in ellende en verval. Geconfronteerd met dodelijke inertie, met pesterijen, met vernederingen, met welig tierende angsten, bejubelt De meester en Margarita de kracht van het leven, de vreugde van het creëren, de kracht van liefde. Er is geen spoor van intellectuele gekunsteldheid, van vrees voor spot, van angst voor de censuur in de tekst die nacht na nacht gecreëerd werd in een staat van paradoxale vrijheid die de perfecte wanhoop weergeeft.

Door de jaren heen wordt deze roman de bevoorrechte plaats van de creatieve geest van Boelgakov, het occulte en incadescente centrum van waaruit een werk mogelijk wordt dat, sinds 1930, beschouwd kan worden als een geheel van variaties op de belangrijkste thema's van dit centrale werk. Voor altijd versmolten in de titel van de roman die hun verdriet en vreugde vertelt, vinden de meester en Margarita, verenigd over de dood heen, hun plaats onder de legendarische geliefden als Tristan en Isolde en Romeo en Julia. De doodzieke schrijver grijpt honderd keer terug naar het eeuwig jonge verhaal om het de naïeve kracht te geven van de oude verlichting:

«Volg mij, lezer! Wie heeft u verteld dat er op aarde geen waarachtig trouwe en eeuwige liefde bestaat? Dat men die leugenaar de gemene tong uitrukke! Volg mij, lezer, mij alleen, en ik zal u zo'n liefde tonen!»

Deze liefde schittert in het vleselijke plezier waarmee, in navolging van Margarita, de schrijver telkens weer de belangrijkste symfonische thema's van de meester en Margarita bezingt, deze onzingbare zinnen die, van Moskou tot Jeruzalem, de bloedrood gevoerde witte toga van Pilatus bezingen, de duisternis die van de Middellandse Zee komt, het bloed en de rozen, de storm en de nachtelijke maan.

«Ongeduldig wachtte zij op de reeds beloofde slotwoorden over de vijfde procurator van Judea en citeerde op zangerige toon losse zinnen, dia haar bijzonder waren bevallen en zij dan dat het boek haar leven behelsde.»


De plaats van De meester en Margarita in het œuvre van Boelgakov

In De meester en Margarita verbindt Boelgakov op organische wijze de twee problematieken die de centrale as van zijn œuvre vormen.

Er is in de eerste plaats het schandaal van het kwaad waarmee de auteur sinds 1914 wordt geconfronteerd in zijn meest concrete verschijningsvorm: het eindeloze lijden, de dood van onschuldige mensen, geweld in alle mogelijke vormen. Wat is de betekenis van deze misdaden en deze tragedies? Zijn ze niet allemaal medeplichtig en schuldig, zowel de beulen als de lafaards van één moment? Van De rode kroon tot De Witte Garde en De vlucht stijgt dezelfde kreet van pijn op naar een stille hemel. Zelfmoord en waanzin lijken de enige uitweg gereserveerd voor degenen die door lijden en wroeging worden gekweld. Zonde en dood zijn onomkeerbaar.

De andere pool waarrond het werk van Boelgakov zich vanaf 1929 structureert betreft, zoals we gezien hebben, het treurige lot van de creatieve kracht waaraan de onmenselijke en tirannieke macht de vrijheid ontkent, waardoor ze tot de dood veroordeeld is. Dit geweld is uiteindelijk van dezelfde aard als dat dat wordt uitgeoefend op de onschuldige die wordt opgehangen of doodgeslagen.

[wordt vervolgd]

Marianne Gourg

Marianne Gourg (°1944) is een Frans expert in Russische literatuur. In 1987 behaalde ze een Staatsdoctoraat met een thesis over De meester en Margarita, een universeel werk. Later publiceerde ze Un maître et son destin. Une biographie de Boulgakov en images (1992) en Étude sur Le maître et Marguerite (1999), en superviseerde verschillende vertalingen van werken van Boelgakov.



Deze pagina delen |