Alfred Barkov

Nederlands > De roman > Interpretaties > Alfred Barkov

De meeste lezers van De meester en Margarita zijn het erover eens dat Michail Boelgakov zelf model stond voor het personage van de meester, en dat zijn derde echtgenote Elena Sergejevna de inspiratiebron was voor de figuur van Margarita. Ik beweer niet dat de meerderheid altijd gelijk heeft, maar er zijn inderdaad méér dan voldoende aanwijzingen in de tekst van de roman om die stelling te onderschrijven. Volgens de Oekraïense polemist Alfred Nikolajevitsj Barkov (1941-2004) is deze opvatting echter grondig fout. En niet alleen deze opvatting. Hij had immers een zeer eigenzinnige visie op haast alle aspecten van de roman.

Alfred Barkov, een mijningenieur uit Marioepol, Oekraïne, publiceerde in 1994 zijn eerste boek van bijna 300 pagina's over dit thema met als titel Роман Михаила Булгакова "Мастер и Маргарита": альтернативное прочтение of Michail Boelgakovs roman ‘De meester en Margarita’: een alternatieve lezing, een krachttoer die hij in 1996 nog eens overdeed met zijn werk Роман М.А. Булгакова 'Мастер и Маргарита': верновечная любовь или литературная мистификация? of M.A. Boelgakovs roman ‘De meester en Margarita’: een eeuwigdurende liefde of een literaire mystificatie?. In beide essays ging hij hevig tekeer tegen de volgens hem foutieve opvatting dat Boelgakov zichzelf als de meester zag, en Elena Sergejevna als Margarita. Volgens Barkov zou deze interpretatie niet stroken met de ware inhoud van de roman en met de echte bedoeling van de auteur. Meer nog, hij verwierp deze opvatting als «misleidend en vals».

Hij vatte het als volgt samen: «Er zijn veel pretentieuze dingen gezegd over de roman De meester en Margarita van Michail Boelgakov sinds hijvoor het eerst bijna vijfendertig jaar geleden werd gepubliceerd. Het misleidende pro-Sovjet- en pro-stalinistische concept voorkomt dat de lezers in de tekst de veelvuldige elementen opmerken die aangeven dat de ware inhoud volledig verschilt van de opgelegde interpretatie».

Barkov was hiermee niet aan zijn proefstuk toe. Hij polemiseerde eerder reeds hevig over de «ware inhoud» van de toneelstukken Hamlet van William Shakespeare (1564 -1616) en Evgeny Onegin van Aleksandr Poesjkin (1799-1873), en nam daar met even grote stelligheid enkele standpunten in die zwaar indruisten tegen de klassieke opvattingen. Daarnaast heeft hij ook een publieke twist uitgevochten met de Russische schaakgrootmeester Garry Kasparov (°1963) over intelligentie en intellect. De lezers die het Russisch machtig zijn kunnen de discussie nog steeds volgen op de website dasintellekt.narod.ru en op diverse blogs.

Voor wat De meester en Margarita betreft stelde Alfred Barkov dat de verschillende studies over Boelgakov de vele subtiele hints naar reële situaties in de roman niet zien of bewust negeren, en dat ze bijgevolg de echte satire niet vatten. Volgens hem kunnen zeker de niet-Russen de satire nooit vatten omdat de hints zo subtiel zijn dat ze in de vertalingen sowieso wegvallen.

Barkovs eigen woordgebruik was alvast ook niet erg subtiel. Wie met hem van mening verschilde noemde hij «pretentieus» en «misleidend», en zijn eigen interpretatie bedacht hij op de Engelse versie van zijn website met de zelfzekere titel The True Content of De ware inhoud. Niet echt geremd door enige bescheidenheid voegde hij daaraan toe: «Eigenlijk is dit het allereerste werk dat een poging onderneemt om de geheime sleutel van de innerlijke structuur van de meesterwerken van Shakespeare, Poesjkin en Boelgakov te onthullen». Het is maar dat u het weet.

Barkov stelt dat De meester en Margarita bedoeld was als een parodie op het toneelstuk Faust en de Stad, een stuk dat geschreven werd door Anatolij Vasiljevitsj Loenatsjarski (1875-1933), die van 1917 tot 1929 Volkscommissaris voor Onderwijs, Voorlichting en Wetenschappen was in de Sovjet-Unie. In Faust en de Stad schetst Loenatsjarski een interessant vervolg op het bekende Faustverhaal van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832). Hij vertrekt van de laatste scène in de tragedie van Goethe en toont Faust als de verlichte heerser over het land dat hij op de zee heeft heroverd. Het volk onder de voogdij van Faust is rijp om zich te bevrijden van het despotisme, en er breekt dus een revolutie uit. Faust is blij met die ontwikkeling want hij ziet daarin de realisatie van een oude droom - een vrij volk in een vrije wereld. Loenatsjarski tekent een sociale revolutie als het begin van een nieuwe historische periode.

Ondanks die hulde aan de vrijheid in zijn toneelstuk was het Loenatsjarski die als Volkscommissaris de eerste vormen van georganiseerde censuur in de Sovjetunie introduceerde en zich ontpopte als een vurig tegenstander van Boelgakov. In 1928 hield hij een toespraak voor het Centraal Comité van de Communistische Partij waarin hij Boelgakov bestempelde als «de ergste anti-Sovjet auteur». Volgens Barkov stond Loenatsjarski zelf model voor twee personages in De meester en Margarita: enerzijds voor de criticus Latoenski, en anderzijds voor Arkadi Semplejarov, de zelfvoldane directeur van de Akkoestische Commissie der Moskouse Schouwburgen. Er bestaan voor deze personages echter andere prototypes, die veel beter aansluiten bij de details die Boelgakov gaf.

Barkov beschrijft nog veel meer prototypes uit de roman en situeert er heel wat rond het Moskouse Kunsttheater MKhAT. Het MKhAT is het theater waarvoor Boelgakov verschillende toneelstukken schreef. Barkov ziet het MKhAT als het prototype van het Variété Theater, hoewel de Московский мюзик-холл of de Moskouse Music Hall, die zich vlak naast Bolsjaja Sadovaja nummer 10 bevond, beter overeenstemt met de beschrijvingen in de roman. De variété-acts die Michail Boelgakov beschreef in De meester en Margarita stonden op het repertoire van de Music Hall. Het MKhAT was geen variété-theater, integendeel. Het was één van de eerste theaters die het niveau Academisch kregen toebedeeld, en bracht werken van onder meer Charles Dickens (1812-1870), Henrik Ibsen (1828-1906), Jean-Baptiste Molière (1622-1673), Anton Tsjechov (1860-1904) en William Shakespeare (1564-1610).

Maar goed, volgens Alfred Barkov was het MkhAT dus de draaischijf van de show van Woland. In de figuren van Grigori Rimski en Ivan Varenoecha zag hij respectievelijk Konstantin Stanislavski (1863-1938) en Vladimir Nemirovitsj-Dantsjenko (1859-1943), de twee stichters van het MKhAT. Ook het prototype voor Korovjev situeerde hij in het MKhAT. Volgens hem was dat een parodie op Vasili Ivanovitsj Katsjalov (1875-1948), een acteur van het theater. De figuur van Hella zou dan weer ontleend zijn aan Olga Sergejevna Boksjanskaja (1891-1948). Olga Sergejevna was de zus van Boelgakovs derde echtgenote Elena Sergejevna en zij was ook de persoonlijke secretaresse Vladimir Nemirovitsj-Dansjenko. Boelgakov kwam niet steeds goed overeen met zijn schoonzus, maar zij heeft toch een groot stuk van De meester en Margarita uitgetypt in de lente van 1938.

Iedereen heeft natuurlijk recht op een eigen opinie, ook Alfred Nikolajevitsj Barkov. Andere analysten suggereren andere prototypes voor dezelfde personages, maar dat hoeft helemaal geen verbazing te wekken - het is niet meer dan normaal dat in een satire waar een systeem wordt gehekeld, verschillende kenmerken van verschillende vertegenwoordigers van dat systeem in één of meerdere personage worden gebundeld. Al lijkt het soms wel alsof Barkov gewoon als principe alle eerdere interpretaties wil tegenspreken.

De wijze waarop Barkov de tekst van De meester en Margarita ontleedt om tot zijn conclusies te komen doet soms wat vreemd aan, al lijkt het mij de moeite waard om er even kennis mee te maken.

Barkov voert bijvoorbeeld een eindeloos lang betoog om te bewijzen dat het personage Korovjev de verteller van De meester en Margarita is. Je zou je kunnen afvragen waarom hij daar zoveel moeite voor doet, maar dat komt later aan de orde. Laten we eerst even één van de vele redeneringen van Barkovs bekijken ter illustratie. Het is een willekeurige greep uit het materiaal dat hij aanreikt. Barkov verwijst bijvoorbeeld naar de passage waarin de meester aan Ivan het verhaal vertelt van zijn ontluikende liefde. Hij stelt vast dat, op één en dezelfde pagina, drie opeenvolgende alinea's met ongeveer dezelfde woorden beginnen. In de Nederlandse vertaling klinken ze als volgt: «Ivan vernam verder dat de meester en de onbekende vrouw…», «Ivan vernam dat de gast en diens maîtresse…» en «Ivan vernam ook uit het relaas van zijn gast hoe de verliefden…». Barkov noemt dit soort van herhalingen een stijlfout. En ééntje die kan tellen want, indien de verteller Boelgakov zelf was, dan zou ze volgens Barkov niet minder dan een «artistieke catastrofe» zijn, en dat weigert hij te geloven. Boelgakov kan volgens Barkov die stijlfout daar dus alleen met opzet geplaatst hebben, en hij ze kan dus alleen maar in de mond hebben willen leggen van iemand van een lager niveau maar die toch, door de veelheid aan informatie die hem bekend is, dicht genoeg bij de leidende figuur van het boek moet staan. Het moest volgens hem dus Korovjev zijn, één van de handlangers van Woland.

En zo sprokkelt Barkov op een nogal selectieve wijze nog méér uitspraken en fragmenten uit de tekst van de roman. Maar waarom doet hij dat? Wel, met deze citaten wil Barkov een zogenaamde taalzone afbakenen. Dat is een relatief homogeen en coherent geheel van fragmenten met hetzelfde niveau van woordkeuze, stijlelementen en grammaticakarakteristieken. En, het moet gezegd, de verzameling die hij heeft aangelegd om de taalzone van de verteller af te bakenen, stemt aardig overeen met de taalzone van Korovjev. Tenminste, in sommige fragmenten. Want er zijn ook heel wat passages waarin de verteller wel degelijk getuigt van een hoger niveau, maar die neemt Barkov gemakshalve niet op in zijn betoog. Hij doet dus veel moeite om te bewijzen dat Korovjev de verteller is. Hij besteedt er bijna het volledige tweede kwart van zijn 298 pagina's tellend essay aan. Je zou je kunnen afvragen waarom, maar dat wordt straks wel duidelijk. Laten we eerst even kijken naar zijn andere verwijzingen.

Volgens Barkov zou Vladimir Iljitsj Lenin (1870-1924) - het revolutionaire pseudoniem van Vladimir Iljitsj Oeljanov - model hebben gestaan voor het personage van Woland. Hoewel niet duidelijk is waarom, verwijst hij daarbij naar «andere professoren» in vorige romans van Boelgakov zoals De eieren der Rampp-spoed en Hondehart, en verder naar andere details zoals het feit dat Woland het moeilijk zou gehad hebben om de letter «V» uit te spreken, een spraakgebrek waaraan ook Lenin zou geleden hebben.

Het volgende argument dat Barkov aanhaalt om Lenin te beschouwen als het prototype voor Woland toont aan hoe ver hij het soms ging zoeken om zijn gelijk te bewijzen. Lenin had in het begin van de 20ste eeuw namelijk verschillende brieven gestuurd naar Capri, het Italiaanse eiland waar de Russische schrijver Maksim Gorki (1868-1936) - pseudoniem voor Aleksej Maksimovitsj Pesjkov - verbleef. Hij stuurde die brieven vanuit vanuit Genève, Bern en Parijs, en vermeldde dus zijn familienaam (Oeljanov) en de beginletter van zijn voornaam (Vladimir) in de Franse transcriptie als afzender. Hij gebruikte wel de «W» in plaats van de «V» als initiaal voor zijn voornaam. In het Russisch wordt daar immers geen onderscheid tussen gemaakt. Als gevolg daarvan stond er op de brieven «W. Oulianov», wat volgens Barkov zo veel is als «Woland». Misschien voelde hij zelf aan dat dit een beetje vergezocht was, want hij schreef:  все составляющие слово «Воланд» буквы, за исключением последней  «д»  of alle componenten van het woord «Woland», met uitzondering van de letter «d». Voor de «u», de «i» en de «-ov» in Oulianov gaf Barkov geen verklaring.

Nog steeds volgens Barkov was voornoemde Maxim Gorki dan weer het prototype voor de figuur van de meester. Gorki  was door Stalin benoemd als de eerste voorzitter van de Союз Советских Писателей [Sojoez Sovjetskich Pisatelej] of Bond van Sovjet Schrijvers. Die bond was in 1932 opgericht en alle andere schrijversverenigingen werden toen opgeheven. Het lidmaatschap stond open voor alle schrijvers - ook critici en vertalers - die «streefden naar de realisering van de socialistische werkelijkheid». Ook niet-partijleden kwamen in aanmerking als zogenaamde попутчики [popoetsjiki] of medereizigers. Op het eerste congres, in 1934, werd het Sociaal Realisme als de enige toegelaten essentiële artistieke werkwijze geproclameerd. Vanaf 1934-1935 werd het voor niet-leden haast onmogelijk om nog iets gepubliceerd te krijgen. Tot aan zijn dood in 1936 werd Gorki door de communistische partijkrant Pravda steevast meester genoemd.

In het verlengde van deze opvatting was Margarita volgens Barkov dan een prostituee, ingehuurd door «duistere machten» om de meester te verleiden. Voor deze thesis verwijst Barkov naar het prototype Maria Fjodorovna Joerkovskaja (1868-1953), een actrice van het MKhAT die optrad onder het pseudoniem Maria Andrejeva. Zij was de levensgezellin van Gorki. Vóór de revolutie, toen de bolsjevieken nog ondergronds opereerden, was zij een assistente van Vladimir Lenin, zo'n beetje als Hella voor Woland in de roman. Van 1918 tot 1921 was Maria Andrejeva Commissaris voor Theaters en Publieke Vertoningen in Petrograd, en van 1931 tot 1948 was ze directeur van het Huis van Wetenschappers in Moskou. Het zou op Lenins bevel geweest zijn dat Maria Andrejeva de getalenteerde schrijver Gorki «recruteerde» om de bolsjevieken te dienen. Alfred Barkov was niet echt dol op Maria Andrejeva, getuige daarvan zijn opmerking: «Toen deze mooie vrouw veertien jaar oud was, vermaakte zij zichzelf met het oversnijden van kelen van katten».

Als gevolg daarvan hield Barkov ook niet zoveel van Margarita. Zij zou, volgens hem, de meester hebben verraden aan de geheime politie, net zoals de prostituee Niza in het bijbelse verhaal Jehoeda naar zijn moordenaars lokte. Conclusie van Barkov: «In De meester en Margarita omschreef Boelgakov Margarita als een prostituee die de meester verraadde aan de geheime politie. De overtuiging dat Margarita de derde vrouw van Boelgakov weerspiegelt, is onjuist».  Hij baseert zich daarvoor op het feit dat, op een bepaald moment, Margarita de meester verlaat met de mededeling dat er «op haar gewacht werd en dat ze moest wijken voor de noodzaak», en dat hij nadien gearresteerd werd. Volgens Barkov is het «al te duidelijk dat Boelgakov hiermee een contact met de geheime politie beschreef, en dat Margarita de meester verraden heeft bij de mensen die hem arresteerden».

Gemakshalve vergeet Barkov hierbij dat Boelgakov in de roman zelf onthult dat de meester niet door Margarita aangegeven werd, maar wel door Aloisi Mogarytsj, de «nieuwe vriend» van de meester die een oogje had op zijn souterrain, en die hiervoor door Woland ter verantwoording geroepen werd.

En hier wordt dan duidelijk hoe handig het is om Korovjev als verteller van het boek te identificeren. Want als Korovjev, de handlanger van de duivel, die niet wars is van een leugentje meer of minder, de verteller is, dan kunnen passages die niet passen in de theorie van Alfred Barkov - en zo zijn er nogal wat - iets makkelijker kunnen worden betiteld als «pogingen van een geboren leugenaar om de waarheid te verhullen». «Net zoals dat ook het geval is bij Shakespeare en Poesjkin», zo schrijft Barkov, «is de vooringenomen taal van de verteller bewust bedoeld om de lezers te indoctrineren met een valse waarneming van de ware inhoud». Tja...

Maar goed, wat heeft Barkov nog ontdekt? Wel, Boelgakov zou zichzelf wel degelijk in de roman een rol toebedeeld hebben. Niet als de meester echter, maar als Ivan Bezdomny. Eén van Barkovs argumenten is dat, in één van de vroegere versies van De meester en Margarita, de dichter Ivanoesjka Popov heette. Popov is één van de meest voorkomende familienamen in het Russisch, en het betekent «zoon van de priester». Volgens Barkov is dat een verwijzing naar Afanasi Ivanovitsj Boelgakov (1859-1907), de vader van de auteur, die professor was aan de Theologische Academie in Kyiv. Verder baseert Barkov zich op een aantekening die Boelgakov maakte in zijn dagboek op 21 juli 1924, na een bezoek aan Ljoebov Evgenjeva Belozerskaja (1894-1987), die later zijn tweede vrouw zou worden. Boelgakov voelde zich die avond enigszins gedeprimeerd en schreef: «Ik ging weg in de regen en voelde mij op de een of andere manier dakloos». Bezdomny betekent de dakloze, vandaar.

Het is natuurlijk interessant om te zien hoe iemand door intens speurwerk, en vaak in zéér kleine details, aanwijzingen vindt om een bepaalde stelling te verdedigen. Maar de vraag is of je op zo'n detailniveau door de bomen het bos nog ziet en vooral, of je daardoor de meer zichtbare aanwijzingen, die minder kronkelingen vragen om ze in het geheel te doen passen, niet over het hoofd ziet of, erger nog, bewust negeert. Alfred Nikolajevitsj Barkov heeft met zijn stellingen veel Russische literatuuronderzoekers tegen zich in het harnas gejaagd. Op zich niet erg, natuurlijk, want wie niet af en toe wakker geschud wordt blijft niet alert.

Op deze website geef ik zelf ook veel verklaringen van prototypes, maar ik lijd niet aan het diepte-onderzoekssyndroom van Barkov. In een satire hoeft niet elk woord een diepere betekenis te hebben. Soms neem ik er vrede mee dat de auteur, wanneer hij «een roos» beschrijft, gewoon «een mooie bloem» in gedachten heeft.

Barkov hield zich ook niet in om de polemiek op de spits te drijven met uitspraken als: «het belangrijkste in literaire kritiek is niet om versies uit te vinden die de vraag afsluiten zonder iets op te lossen...». In het licht van zijn eigen kritieken zou je haast denken dat dit ironisch bedoeld is.

Maar in tijden waarin men steeds minder de moeite neemt om feiten te checken en te dubbelchecken, bestaat het risico dat volslagen onzin voor waar wordt overgenomen en verspreid. In sommige bijdragen over Michail Boelgakov en De meester en Margarita op Wikipedia wordt Barkov als een betrouwbare wetenschappelijke referentie voorgesteld, en op de website van de BBC - de respectabele Britse openbare omroep - werd nog in 2006 expliciet naar Barkov verwezen om te stellen dat de figuur van Woland gebaseerd is op Lenin met de volgende verantwoording: «Niet alleen heeft Woland [...] een baard, hij heeft het ook moeilijk om de letter «V» uit te spreken, een spraakgebrek waar ook Lenin aan leed». Nou... een baard? Eén van de eerste dingen die Boelgakov over Woland schrijft is dat hij выбрит гладко [vybrit gladko] is of, in het Nederlands, «glad geschoren». En wat dat spraakgebrek betreft: in het Russisch wordt Woland als Воланд geschreven. Dat kan als Woland worden getranslittereerd, maar even goed als Voland. Het hangt dus maar van de vertaler af of Woland volgens de BBC in het Engels een spraakgebrek heeft.

In november 2003 beloofde Barkov zijn best te doen om de oorspronkelijk Russische tekst van zijn «onthullingen» in het Engels op het internet te publiceren. Hij zal zijn belofte nooit kunnen waarmaken, Toen ik in 2004 in Oekraïne was en hem probeerde te contacteren, vernam ik dat hij eerder dat jaar, op 4 januari, was overleden.

In 2016 probeerde de Moskouse uitgeverij Algoritm nog eens om Barkov's ideeën te verspreiden door zijn «alternatieve lezing» opnieuw uit te geven, weliswaar onder een andere titel: Метла Маргариты. Ключи к роману Булгакова [Metla Margarity? Kljoetsji k romanoe Boelgakova] of Margarita's bezem. Sleutels tot de roman van Boelgakov.

Het moge duidelijk zijn dat ik de meeste stellingen van Alfred Barkov niet onderschrijf. Maar, zoals Evelyn Beatrice Hall (1868-1939) al zei in haar boek The Friends of Voltaire uit 1906: «ik ga niet akkoord met wat hij zegt, maar ik zal totterdood zijn recht verdedigen om het te zeggen». Dus heb ik, aangezien de teksten van Barkov na zijn dood één na één van het internet aan het verdwijnen zijn, de moeite genomen om ze opnieuw samen te stellen, en ze ter beschikking te stellen in de archieven van deze website.

De Russische tekst van het eerste essay
Een gedeeltelijke Engelse vertaling van het eerste essay
De Russische tekst van het tweede essay
Een Engelse samenvatting van het tweede essay


Bronnen

Barkov, Alfred Nikolajevitsj, Роман Михаила Булгакова "Мастер и Маргарита": альтернативное прочтение, Tekhna, Kyiv, 1994, 298 p. - ISBN 5770770643.

Barkov, Alfred Nikolajevitsj, Метла Маргариты. Ключи к роману Булгакова, Algoritm, Moskou, 2016, 384 p. - ISBN 978-5-906842-35-0.

Barkov, Alfred Nikolajevitsj, Роман М.А. Булгакова 'Мастер и Маргарита': верновечная любовь или литературная мистификация? Niet gepubliceerd in boekvorm.



Deze pagina delen |