Tijdsbestek

Nederlands > De roman > Tijdsbestek

Het bijbelse verhaal

De bijbelse gebeurtenissen van de roman beginnen op de ochtend van de veertiende dag van de maand Nisan. De maand Nisan is, volgens de wereldlijke volgorde, de zevende maand van de Joodse maankalender. Oorspronkelijk, volgens de religieuze volgorde, was het de eerste maand. De vijftiende dag van Nisan (beginnend met de zonsondergang van de veertiende) is de start van het feest van פסח [Pesach], afgeleid van Pasach of overslaan. Dit refereert naar de tiende plaag van Egypte, beschreven in het boek Exodus 11:4-10 en 12:29-30 uit het Oude Testament. God wou de Egyptenaren treffen door een doodsengel rond te sturen die alle eerstgeborenen in Egypte zou doden, behalve deze van de Israëlieten. Zij moesten de bovendorpel en de posten van hun deuren bestrijken met het bloed van een geofferd lam, zodat de engel hun huizen zou «overslaan». Na deze plaag stond de farao de Joden toe om het land te verlaten, en begon de uittocht uit Egypte, een reis die veertig jaar zou duren, en die de Israëlieten onder leiding van Mozes naar het Beloofde Land zou brengen.

De vijftiende dag van Nisan is de dag van de volle maan, want de joodse maanden beginnen op de dag volgend op de astronomische nieuwe maan. Pesach is ook bekend als Passover, het lentefeest, vrijheidsfeest of matzefeest.

Traditioneel wordt ervan uitgegaan dat die bewuste veertiende dag van de maand Nisan waarop Christus gekruisigd werd, een vrijdag was. Uit de bijbelverhalen weten we immers dat Jezus na zijn dood snel begraven moest worden, vóór het donker werd en de sabbat (een zaterdag) zou beginnen.


De acties in Moskou

De actie in Moskou begint op een woensdagavond. Dat weten we omdat in hoofdstuk 9 wordt beschreven hoe Nikanor Ivanovitsj Bosoj «sedert de voorbije nacht, die van woensdag op donderdag, in de ellendigste denkbare zorgen zat» door de onthoofding van Berlioz. Zijn telefoon stond immers niet stil door de vele mensen die hun zinnen hadden gezet op het appartement van de overledene dat nu vrijkwam.

De seance van Woland in het Variété Theater vindt de volgende dag plaats, op donderdag. In de aanvang van hoofdstuk 17 lezen we immers dat het personeel van het Variété Theater op vrijdagmorgen, «de dag dus na de vermaledijde seance» werd samengeroepen in het gebouw terwijl de hond Ruitenaas naar sporen zocht. Diezelfde vrijdag worden Maksimilian Andrejevitsj Poplavski, de oom van Berlioz, en buffetmeester Andrej Fokich Sokov uit het vervloekte appartement gekieperd, en vindt de ontmoeting tussen Margarita en Azazello plaats. Diezelfde avond wordt Margarita een heks om naar het bal van Woland te vliegen, dat plaatsvindt in de nacht van vrijdag op zaterdag.

De laatste streken van Korovjev en Behemoth vinden plaats op zaterdag, en tijdens de nacht van zaterdag op zondag verlaten Woland en zijn gevolg Moskou. Tijdens die nacht vindt de meester rust, en Pilatus genade.


Overeenkomsten

Deze chronologie van het Moskouverhaal vertoont niet alleen sterke overeenkomsten met het Joodse Pesach, maar ook met het tweede deel van de christelijke paasweek of de Goede Week, meer bepaald van de vooravond van Witte Donderdag tot de nacht van zaterdag op zondag, de nacht van de Verrijzenis van Christus.

In de aanvang van de roman schrijft Boelgakov dat de discussie tussen Berlioz en Bezdomny aan de Patriarchvijver plaats vond op «een gruwelijke meiavond». Veel critici zien dat als een bewijs dat de Moskouscènes uit De meester en Margarita zich onmogelijk in de paasweek hebben kunnen afspelen, omdat het christelijke paasfeest altijd op een zondag tussen 22 maart en 25 april valt, en dus nooit in de maand mei.

Maar deze stelling berust op een misvatting. De Russische christenen belijden immers de orthodoxe leer, waarin Pasen altijd gevierd wordt op een zondag tussen 3 april en 9 mei. Voor de orthodoxe christenen kan Pasen dus wel degelijk in de maand mei vallen. Tussen 1928 en 1940, de periode waarin Boelgakov De meester en Margarita schreef, was dat zelfs drie keer het geval: op 5 mei 1929, 1 mei 1932 en 2 mei 1937.


De Walpurgisnacht

Volgens de Franse Boelgakovexperte Marianne Gourg komt het bal van Woland overeen met de Walpurgisnacht waarop de heksen hun sabbat houden, en dat in grote delen van Noord- en Centraal Europa elk jaar wordt gevierd tijdens de nacht van 30 april op 1 mei.

Deze stelling is minder waarschijnlijk. Immers, indien de scène aan de Patriarchvijver plaats vond op «een gruwelijke meiavond», zoals Boelgakov schreef, dan was de Walpurgisnacht op dat moment reeds voorbij.

Voor de trivia: in 1932, toen Boelgakov werkte aan de derde versie van De meester en Margarita, vielen het orthodoxe Pasen en de Walpurgisnacht op dezelfde dag. Maar ook dit kan geen aanleiding zijn om het bal van Woland op de Walpurgisnacht te situeren, want dan hadden Berlioz en Bezdomny hun gesprek aan de Patriarchvijver moeten gehad hebben op «een gruwelijke aprilavond», quod non.


Kalenderperikelen

Het is niet steeds eenvoudig om data uit de Sovjetgeschiedenis te situeren in onze huidige tijdrekening. Het Sovjetregime knoeide immers meer dan eens met de kalender.

In 1929 vond bijvoorbeeld een radicale verandering in de jaartelling plaats. De Sovjet-Unie schafte zowel de Gregoriaanse kalender - ingevoerd door Vladimir Lenin (1870-1924) - als de Juliaanse kalender - nog steeds gebruikt door de Russisch Orthodoxe kerk - af. Er werd besloten om een nieuwe kalender in te voeren, met 72 weken van vijf dagen - vier werkdagen en een rustdag - per jaar, aangevuld met vijf feestdagen die verband hielden met de Revolutie. Het plan was ook om 12 maanden te hebben van 30 dagen elk, met inbegrip van de maand februari.

Deze Советский революционный календарь [Sovjetski revoljoetsionni kalendar] of Revolutionaire Sovjetkalender werd gemeenzaam de Eeuwige kalender genoemd, en ging van start op 1 oktober 1929. Maar in 1931 was de hetze al voorbij. De revolutionaire kalender bleek helemaal niet eeuwig te zijn. De vijfdagenweek werd vervangen door een ander systeem. Dit nieuwe plan voorzag in een jaar van 12 maanden, met dezelfde feestdagen als voorheen en een extra dag in de schrikkeljaren, maar er kwam een zesdagenweek met een regelmatige rustdag op de 6de, 12de, 18de, 24ste en de 30ste dag van elke maand.

In 1940 keerde de Sovjet-Unie terug naar de Gregoriaanse kalender met een zevendagenweek, en de zondag als rustdag. Hiermee werd het idee van Lenin terug in ere hersteld, en gebruikte Rusland opnieuw dezelfde kalender als «de andere beschaafde landen in de wereld».

Klik hier om meer te lezen over de kalenderperikelen in de Sovjetunie



Deze pagina delen |