Propaganda in de tijd van Poetin

Nederlands > Context > Propaganda > De Russische Federatie

Propaganda in het hedendaagse Rusland

In de tijd van Michail Boelgakov onder Ioseb dze Besarionis Dzjoegasjvili (1878-1953), beter bekend als Jozef Stalin, was de propaganda voor het regime alomtegenwoordig. De censuur van tegenstemmen was ontzettend streng - overtreders riskeerden zware straffen in gore werkkampen, en zelfs staande executie. Vandaag, onder het regime van president Vladimir Vladimirovitsj Poetin (°1952) floreren de propaganda en de censuur in Rusland opnieuw volop. De principes zijn dezelfde als in de Stalinperiode, maar de gebruikte methodes zijn aangepast aan de moderne tijden. Zo zijn vrijwel alle Russische media in handen van het Kremlin en zijn ze vaak niet meer dan doorgeefluiken van een door het Kremlin geredigeerde berichtgeving, waardoor veel Russen niet eens weten wat er werkelijk gaande is in de wereld. De motivering doet denken aan de propaganda zoals ze floreerde in de tijd van Michail Boelgakov: het monopolie op informatievoorziening is in handen van het Kremlin omdat het een zogenaamde «maximale informatieveiligheid» wil garanderen.


Versie nummer 6

In april 2000 was de Russische krant Kommersant nog een min of meer onafhankelijk medium. In die periode kreeg Veronika Josifina Koetsyllo (°1967), het hoofd van de politieke redactie van de weekendbijlage Vlast, een document in handen dat de titel droeg van Structuur van de presidentiële administratie in de Russische Federatie, en dat later bekend zou worden als Редакция N 6 [Redaktsija nr. 6] of Versie nummer 6, verwijzend naar Zaal nummer 6, een bekend verhaal uit 1892 van Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860-1904) over een krankzinnigengesticht waar een geconstrueerde werkelijkheid botst met het echte leven. Het document bleek een strategische nota te zijn die in het Kremlin circuleerde over, onder meer, de omgang met de pers. Gleb Olegovitsj Pavlovski (°1951), een adviseur van de administratie van Vladimir Poetin in die tijd, herinnerde zich niet meer wie precies de nota geschreven heeft, maar bevestigde wel het bestaan ervan. De nota bepaalde dat het Kremlin twee sporen moest volgen: een open beleid en een geheim beleid. Er werd beschreven hoe leiders zich naar buiten moeten houden aan «een strikt liberale, gezagsgetrouwe en constitutionele aanpak», maar dat hun beleid ook een geheime component moet bevatten die moet worden gebruikt «om de macht te behouden en te consolideren».

Concreet beschreef het document dat het Kremlin de activiteiten van de media op federaal, regionaal en lokaal niveau moest beïnvloeden door «het verzamelen en gebruiken van informatie over de commerciële en politieke activiteit van alle media, personeel en management, financieringsbronnen, financiële, economische, materiële en technische middelen». Verder moest informatie worden verzameld over de «commerciële en politieke activiteiten van professionele journalisten, hun bronnen van financiering, hun plaats van tewerkstelling, etc.» Volgens de auteurs moet de verkregen informatie «terug in de samenleving gegooid worden», maar «in het juiste licht». Verder suggereerden de auteurs om «compromitterende informatie te verzamelen over de oppositie en de media die er mee sympathiseren», en om ze «in financiële moeilijkheden te brengen door het intrekken van hun licenties en hun certificaten en door het creëren van voorwaarden waaronder hun activiteiten niet kunnen doorgaan». NTV verloor zijn onafhankelijkheid in de periode dat deze nota werd opgesteld.

Hier kan u de tekst van Versie nummer 6 downloaden


Leugens over de oorlog

Vlak nadat het Russische leger Oekraïne was binnengedrongen op 24 februari 2022 eiste Roskomnadzor, de Federale Dienst voor Toezicht van Communicatie, Informatietechnologie en Massamedia die in wezen de censuur op het internet organiseert, dat een reeks onafhankelijke mediakanalen inhoud zouden verwijderen waarin zij de Russische oorlog in Oekraïne als een «oorlog», «aanval» of «invasie» beschreven. Het ging onder meer om de bovenvermelde Novaja Gazeta en Telekanal Dozjd. De Russische regering stelde de oorlog immers voor als een «speciale militaire operatie», die beperkt bleef tot de oostelijke Oekraïense Donbas-regio. De bombardementen op burgerlijke doelen in Kyiv, Charkiv, Cherson, Marioepol en andere grote steden werden in de door de staat gecontroleerde media niet eens vermeld.

Op 1 maart 2022 vroeg het kantoor van de Russische procureur-generaal aan internet-waakhond Roskomnadzor om de uitzendingen van De Echo van Moskou en Telekanal Dozjd te beperken vanwege hun berichtgeving over de invasie van Oekraïne, bewerend dat ze «opzettelijk valse informatie verspreidden over de acties van het Russisch militair personeel», en ook  informatie gaven die «opriep tot extremistische activiteiten en geweld».

Later die dag werd De Echo van Moskou voor het eerst sinds 1991 uit de lucht gehaald. Op 3 maart 2022 besloot de raad van bestuur om het station te sluiten. Diezelfde dag liet ook Telekanal Dozjd weten dat het de operaties tijdelijk opschortte en tegen het einde van de laatste uitzending verliet de bemanning de set terwijl uit protes de muziek weerklonk van Het zwanenmeer van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893. Dat laatste was een verwijzing naar de staatsgreep van augustus 1991, toen de radio- en televisiezenders het nieuws niet konden melden en in plaats daarvan beelden van het ballet uitzonden.


«Russificatie van de media»

In oktober 2014 ondertekende president Poetin een wet die bepaalde dat buitenlandse bedrijven een belang van hoogstens 20 % mogen hebben in Russische mediabedrijven. De wet wordt van kracht op 1 januari 2016. De belangrijkste verantwoording was, opnieuw, «de wens om aan de Russen een maximale informatieveiligheid te bieden». «Wanneer buitenlanders de massamedia van een land bezitten krijgen ze toegang tot de hoofden van mensen en kunnen ze de publieke opinie vormen», zei Vladimir Volfovitsj Zjirinovski (°1946), geboren als Vladimir Eidelstein en leider van de LDPR of Liberaal-democratische Partij. Deze partij werd in 1989 nog door de KGB opgericht. En hij vervolgde: «We moeten een duidelijke lijn trekken: willen die buitenlanders gewoon zaken doen of willen ze hun mening opdringen en de situatie in het land veranderen?»

Het voorlopige sluitstuk in de uitbouw van de propagandamachine van het hedendaagse Rusland was de oprichting van een nieuwsagentschap dat Spoetnik werd gedoopt. In december 2013 vaardigde president Vladimir Poetin een decreet uit om het Russische nieuwsagentschap РИА Новости [RIA Novosti] samen met het door de staat gerunde radiostation Голос России [Golos Rossi] of De stem van Rusland te liquideren en ze samen te voegen in Спутник [Spoetnik]. RIA Novosti controleert onder meer de eerder vermelde zender Russia Today (RT), die over de hele wereld nieuws uit Rusland verspreid in het Engels, Duits, Frans, Arabisch en Spaans. RT baarde onder meer opzien door op 17 april 2012 onder de naam World Tomorrow een praatprogramma te starten dat gepresenteerd werd door Julian Assange (°1971), de oprichter van Wikileaks. De eerste praatgast was Hassan Nasrallah (°1960), de leider van de Libanese terroristenorganisatie Hezbollah.

In het verlengde van deze mediaconcentratie werd in 2014 de zoekmachine Spoetnik gelanceerd. Die functioneert niet alleen als een klassieke zoekmachine, maar ook als een internetportaal. De interface is intuïtief en toont alleen het «juiste» nieuws. Ze is ingesteld om het «ware beeld» van de zaken te laten zien.


Het beeld van Rusland in het buitenland

In de aanloop naar de G8 die Vladimir Poetin in 2006 organiseerde in Sint-Petersburg nam hij het Amerikaanse public relations bureau Ketchum onder de arm, een divisie van de marketing gigant Omnicom. Onder leiding van Director Corporate and Public Affairs Kathy Jeavons probeerde Ketchum het imago van Rusland in het buitenland op te poetsen. Ze slaagden er bijvoorbeeld in om Vladimir Poetin in 2007 als Person of the Year op de cover van het bekende weekblad Time te krijgen, en om in The New York Times van 11 september 2013 een opmerkelijk opiniestuk, A Plea for Caution From Russia te publiceren. Het was van de hand van Vladimir Poetin zelf, die zich met deze bijdrage rechtstreeks tot de Amerikanen richtte om zijn houding in het conflict in Syrië toe te lichten en om de Amerikanen te waarschuwen om niet tussen te komen in het conflict in Syrië.

Tussen 2006 en 2014 verdiende Ketchum 29,5 miljoen dollar aan Rusland en nog eens 32 miljoen dollar aan het staatsbedrijf Gazprom. Dat laatste contract werd in 2014 stopgezet. Ketchum verzorgde ook de website ModernRussia.com, later omgedoopt tot ThinkRussia.com. Wie zich baseert op deze website om op de hoogte te blijven van de Russische actualiteit, krijgt een zeer vredevol ideaalbeeld te zien. In maart 2014, bijvoorbeeld, was de headline van deze website niet de annexatie van de Krim of de ontplooiing van Russische troepen aan de Oekraïense grens, maar wel de opening van een Russisch pannenkoekenhuis in New York.

Op 12 maart 2015 kondigde Ketchum aan dat ze niet meer opgewassen waren tegen «informatieoorlog» van westerse media tegen Rusland, en dat ze dus hun contract met de Russische overheid zouden stopzetten. De activiteiten zouden worden verdergezet door hun Europese partner GPlus, een bedrijf dat opereert vanuit Brussel, België. GPlus nam ook het beheer van ThinkRussia.com over, zoals te lezen valt op de landing page van de website: hij bevat «Materials disseminated by gplus europe on behalf of the Russian Federation».

Het Kremlin werkt echter niet alleen met professionals. Net zoals in de Stalinperiode worden gewone burgers ingezet en betaald om de doelen van het regime te ondersteunen. Zo worden steeds meer zogenaamde trollen ingezet. Dat zijn mensen die, in opdracht van de Russische staat, op Facebook, Twitter, diverse nieuwssites en andere plekken op het internet positieve commentaren over het werk van Vladimir Poetin en de Russische overheid achterlaten. Dat gebeurt op Russische sites, maar ook op internationale sociale media, om de Engelstalige publieke opinie te beïnvloeden.

De trollen werken voor het bedrijf Агентство интернет Исследований [Agentsvo internet Issledovani] of Internet Onderzoeksagentschap, dat aanvankelijk opereerde vanuit een gebouw in de Primorskoje Sjosse nr. 131 in Olgino, Sint-Petersburg, waar ze hun bijnaam van Olgino-trollen aan ontleenden. Sedertdien is het agentschap reeds een paar keer van adres veranderd. U kan méér lezen over het werk van de trollen door op onderstaande link te klikken.

Klik hier om te lezen hoe de trollen te werk gaan


Deze pagina delen |