De organisatie van de censuur

Nederlands > Context > Literair > De organisatie van de censuur

Het Narkompros

Schrijver zijn in de tijd van Michail Boelgakov was geen gemakkelijke opdracht. Ofwel schreef je volgens de door de partij voorgeschreven regels, en zelfs over de door haar opgelegde onderwerpen, ofwel kreeg je te maken met censuur of, erger nog, arrestatie, deportatie of executie.

De voornaamste instantie die een belangrijke rol speelde in de censuur in de Sovjet-Unie in de tijd van De meester en Margarita was het Народный комиссариат просвещения [Narodi Kommissariat Prosvesjtsjenija] of het Volkscommissariaat voor Verlichting. Over die vertaling zou kunnen worden gediscussieerd, want het woord просвещение [prosvesjtsjenije] betekent ook onderwijs, voorlichting en beschaving. In elk geval: het Наркомпрос [Narkompros], zoals het werd afgekort, was het Volkscommissariaat, of het Ministerie, bevoegd voor de nationale opvoeding en andere domeinen in verband met cultuur en wetenschappen.


Anatoli Loenatsjarski

Van vlak na de Oktoberrevolutie tot in 1929 stond de auteur, criticus en journalist Anatoli Vasiljevitsj Loenatsjarski (1875-1933) aan het hoofd van het Narkompros. Volkscommissaris Loenatsjarski was aanvankelijk een soort van beschermheer voor de avant-garde artiesten zoals de dichter Vladimir Vladimirovitsj Majakovski (1893-1930) en de schilders Kazimir Severinovitsj Malevitsj (1879-1935) en Vladimir Jevgrafovitsj Tatlin (1885-1953).


Proletkoelt

Daarnaast hielp Anatoli Loenatsjarski ook zijn schoonbroer Aleksandr Aleksandrovitsj Bogdanov (1873-1928) om de пролетарская культура [proletarskaja koeltoera] of proletarische cultuur, afgekort tot пролеткульт [proletkoelt], op te richten. Dat was een beweging die de basis wou leggen voor een echte «proletarische kunst», wars van alle «bourgeoisinvloeden». Aanvankelijk pleitte Bogdanov voor autonomie in de kunst, die niet afhankelijk mocht zijn van politieke controle door de communistische partij. Het doel was arbeiders wakker te schudden zonder een beroep te doen op «burgerlijke specialisten» of «revolutionaire intellectuelen».

Het dient gezegd: onder de invloed van Proletkoelt speelden Russische kunstenaars een voortrekkersrol in tal van internationale kunstbewegingen zoals het constructivisme en het kubisme. Maar het Sociaal Realisme, waarover straks meer, betekende meteen het einde van die rol.

Want Loenatsjarski hielp ook om de eerste vormen van censuur in de Sovjet-Unie te organiseren. Hij was een overtuigd tegenstander van Michail Boelgakov. In 1933, toen Jozef Stalin (1878-1953) zijn macht steeds verder uitbouwde werd Loenatsjarski echter weggepromoveerd als ambassadeur in Spanje, maar hij overleed op de weg naar zijn standplaats.

Volgens de Oekraïense filoloog en polemist Alfred Nikolajevitsj Barkov (1941-2004) was Loenatsjarski het reële prototype voor de criticus Latoenski in De meester en Margarita. Volgens de literaire criticus Georgi Aleksandrovitsj Lesskis (1917-2000) stond hij dan weer model voor het personage Berlioz. Wij denken dat het geen van beiden was, maar u kan daarover meer lezen in de sectie Personages van deze website.


Een breed controle-apparaat

Het Narkompros had activiteiten in verschillende domeinen. Naast de normale afdelingen die zich bezighielden met onderwijs en opvoeding in het algemeen, beheerde het ook de zogenaamde Главное управление по делам литературы и издательств (Главлит) [Glavnoje oepravlenje po delam literatoeri i izdatelstv] (Glavlit) of de Centrale Administratie voor Literatuur en Publicatieaangelegenheden, een sectie die opgericht werd in 1922. Glavlit moest beletten dat er staatsgeheimen konden gepubliceerd worden en was bijgevolg ook verantwoordelijk voor het censureren van wat in boekvorm of in kranten en tijdschriften gepubliceerd werd.

Een andere afdeling van het Narkompros, het Главный репертуарный комитет (главрепертком) [Glavni repertoaarni komitet] (Glavrepertkom) of het Centraal Comité voor de Repertoires, werd opgericht in 1923 en moest het repertoire voor de podiumkunsten goedkeuren. Michail Boelgakov had erg veel last van het Glavrepertkom. Keer op keer verboden ze de theaters waar hij stukken in voorbereiding had om deze ook op te voeren.

Sinds 1927 functioneerde ook het zogenaamde Главное управление по делам художественной литературы и искусства (Главискусство) [Glavnoje oepravlenje po delam choedozjestvennoj literatoeri i iskoesstva] of Centraal Directoraat voor Literatuur- en Kunstzaken (Glaviskusstvo) om de activiteiten van al die verschillende over het Narkompros verspreide administraties te coördineren.

In 1936 werden de censuurautoriteiten aangevuld met het Управления театральных зрелищных предприятий (УTЗП) [Oepravlenija teatralnich zrelisjtsjich predpijati] (UTZP) of Directoraat voor Theater- en Amusements-ondernemingen (UTZP) dat bedoeld was als één agentschap bevoegd voor alle theatergezelschappen - hun aantal werd toen op 900 geschat. In Moskou bestond het Управления Московских зрелищных предприятий Наркомпроса (УМЗП) [Oepravlenija Moskovskikh zrelisjtsjich predpijati Narkomposa] (UMZP) of Directoraat voor Theaterondernemingen van Moskou van de Narkompros.

Het UTZP, het UMZP en het Glavrepertkom waren gevestigd vlak bij de Чистые пруды [Tsjistije Proedi] of de Schone Vijvers. In hoofdstuk 12 van De meester en Margarita refereert Korovjev naar die plaats wanneer hij de zelfingenomen schuinmarcheerder Arkadi Appolonovitsj Semplejarov van de fictieve Akkoestische Commissie der Moskouse Schouwburgen onder vuur neemt.

En we hebben nog niet alles vermeld. Want naast de door het Narkompros gedirigeerde organisaties kon het werk van schrijvers ook nog eens gecontroleerd of gecensureerd worden door andere instellingen zoals bijvoorbeeld de Объединение государственных книжно-журнальных издательств (ОГИЗ) [Obedinenje gosoedarstvennich knizjno-zjoernalnich izdatelstv]] (OGIZ) of de Staatsunie van Boek- en Tijdschriftenuitgevers, een organisatie die rechtstreeks onder de bevoegdheid van de de Raad van Volkscommissarissen opereerde, en ook nog door de Государственного объединения музыки, эстрады и цирка (ГОМЕЦ) [osoedarstvennogo obedinenija moezyki, estradi i tsirka] (GOMETS) of de Staatsunie voor Music-Hall, Concert- en Circusondernemingen.

Bovendien had ook de geheime dienst van het NKVD reeds in 1920 een bureau opgericht voor de controle van literatuur, Dat werd Литконтроль [Litkontrol] genoemd en moest «waken over het leven, de creatieve arbeid, de gemoedstoestand, de vriendschappen en de uitlatingen van alle Sovjetschrijvers».


Sociaal Realisme en de Schrijversbond

De ideologie van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie wou het creatieve proces beïnvloeden vanaf het eerste moment van de artistieke inspiratie tot en met de verspreiding. De partij moest de muze van de artiest zijn. Daarom werd in 1932 het Sociaal Realisme als enige aanvaardbare esthetische vorm ingevoerd. De verdiensten van een kunstwerk werden afgemeten aan de mate waarin het bijdroeg tot de opbouw van het socialisme bij de massa.

Op het vlak van literatuur werd, ook in 1932, bij een decreet van de Partij, de Союз советских писателей [Sojoez sovjetskich pisatelej] of Bond van sovjetschrijvers opgericht om de literatoren in het gareel van het marxisme-leninisme te brengen. Deze bond verving de Российская ассоциация пролетарских писателей (РАПП) [Rossiskaja assotsiatsija Proletarskich Pisatelej] (RAPP) of Russische Associatie van Proletarische Schrijvers die in 1925 was opgericht. Het eerste Congres van de nieuwe Schrijversbond werd in 1934 voorgezeten door Aleksej Maksimovitsj Pesjkov (1868-1936), beter bekend als Maksim Gorki. De Schrijversbond was één van de vele творческие союзы [tvortsjeskije sojoezi] of artistieke bonden. Deze bonden waren zogenaamd «vrijwillige» verenigingen, vergelijkbaar met vakbonden, maar volledig onder controle van de Partij. Meer nog: ze oefenden de controle uit over de activiteiten van hun leden.

Het Государственный комитет по делам издательств, полиграфии и книжной торговли СССР (Госкомиздат) [Godoedarstvenni komitet po delam izdatelstv, poligrafi i knizjnoj torgovli SSSR] (Goskomizdat) of het Staatscomité voor Uitgeverijen, Drukkerijen en Boekhandel in de Sovjet-Unie (Goskomizdat) nam, samen met het secretariaat van de Bond van sovjetschrijvers, alle beslissingen over publicaties. Zelfs het verstrekken van papier werd een verborgen vorm van het censuurmechanisme. Dat verklaart waarom in de roman, wanneer Pilatus aan Mattheus Levi vraagt of hij niets van hem wil aannemen, deze laatste antwoordt: «Laat me een onbeschreven stuk perkament bezorgen».


De sociale opdracht

Het beleid tegenover literatuur dat door de communistische partij werd aangenomen in 1928 wordt gekenmerkt door de term Социальный заказ [sotsialnij zakaz] of sociale opdracht. Het lag in de lijn van het eerste Vijfjarenplan, en de uitwerking werd verzekerd door de RAPP en de uitgeverijen. Onder dit beleid werden specifieke thema’s opgelegd aan schrijvers met het doel de socialistische opbouw te stimuleren. De leiders van de Bond van sovjetschrijvers steunden het behandelen van historische thema’s, tenminste voor zover ze waren geschreven «vanuit de juiste marxistische visie». Het thema dat Bezdomny in opdracht van Berlioz moest behandelen hield bijvoorbeeld verband met de staatsideologie in verband met godsdienst en geloof, met name de overtuiging dat Jezus nooit bestaan heeft.

Boelgakov neemt deze sociale opdracht specifiek op de korrel wanneer zijn held, de meester, zich herinnert dat de redacteur van de uitgeverij waaraan hij zijn manuscript had aangeboden, hem de zijns inziens volkomen idiote vraag stelde «wie hem had aangezet tot het schrijven van een roman over zo’n vreemd onderwerp». Een roman over Pontius Pilatus behoorde duidelijk niet tot zijn sociale opdracht.



Deze pagina delen |