Bijbelse personages

Nederlands > De personages > Bijbelse personages

Het bijbelse verhaal over de innerlijke tweestrijd die Pontius Pilatus voert wanneer hij moet oordelen over het lot van Jesjoea Ha-Notsri of Jezus van Nazareth beslaat vier van de tweeëndertig hoofdstukken van de roman. Het wordt in drie keer verteld.

Het eerste deel krijgen Berlioz en Ivan van Woland te horen tijdens hun onverwachte ontmoeting aan de Patriarchvijver. Het tweede deel wordt door Ivan Bezdomny gedroomd nadat hij een injectie heeft gekregen in de kliniek van dokter Stravinski, en het derde deel, dat uit twee hoofdstukken bestaat, leest Margarita wanneer ze, na haar hereniging met de meester, het door Woland teruggegeven manuscript in handen neemt terwijl de meester rustig slaapt op de sofa.

Boelgakov veronderstelt dat de lezer de Bijbel een beetje kent. Hij baseert zijn bijbels verhaal op het Evangelie volgens Mattheus. Hij gebruikt wel de Aramese namen, die historisch meer accuraat zijn: Jesjoea in plaats van Jezus, Jersjalajim in plaats van Jeruzalem, Jehoeda in plaats van Judas, hij deed daar trouwens veel onderzoek naar.

De verwijzingen naar het Sovjetsysteem zijn legio. Caesarea Stratonova, het buitenverblijf van Pilatus, doet denken aan de luxueuze buitenverblijven van de Sovjet apparatsjiks, en het verloop van de totstandkoming van de bekrachtiging van Jesjoea's doodvonnis refereert dan weer sterk naar de gearrangeerde ondervragingen en vonnisen in de Stalinperiode.



Deze pagina delen |