Al vliegend

De titel van het hoofdstuk

Margarita's vlucht door de straten van Moskou leverde in 2004 de inspiratie voor de song Love and Destroy van de Schotse rockgroep Franz Ferdinand. Het is is de b-kant van de single Michael.

Franz Ferdinand - Love and Destroy

U kan veel meer lezen over de song Love and Destroy in de sectie Bewerkingen van de Master & Margarita website door op de pijl hieronder te klikken.

Volgende

Ze vloog haar eigen straat door

Hoewel er verschillende opvattingen over bestaan, hebben wij zeer sterke argumenten om te geloven dat met «haar eigen straat» de Tanejevoetsj oelitsa bedoeld wordt, in de buurt van de Arbat.

Margarita's house
Het huis van Margarita

In de sectie Plaatsen van onze website kan u een volledige beschrijving lezen van het huis van Margarita door op de pijl hieronder te klikken.

Volgende

De routebeschrijving van Boelgakov

Op de kaart hieronder kan u volgen hoe Boelgakov de vlucht van Margarita beschrijft, van Tanejevoetsj oelitsa tot aan het Dramlithuis.

De vlucht van Margarita

De straat met het petroleumwinkeltje

Oudere buurtbewoners herinneren zich inderdaad dat er vroeger een petroleumwinkeltje heeft bestaan in het nummer 20 van de Sivtsev Vrazjek pereulok, een straat die parallel loopt met de Arbat.

De verblindende lichtbuizen van een theater

Het Vachtangov Theater op het nummer 26 van de Arbat werd genoemd naar Jevgeni Bagrationovitsj Vachtangov (1883-1922), een leerling van Konstantin Sergejevitsj Stanislavski (1863-1938). Het originele 19de eeuwse gebouw werd in de jaren ’40 vernield door een bom. Het werd op dezelfde plaats heropgebouwd.

Het Vachtangov Theater
Het Vachtangov Theater

Twee primussen

Opnieuw vermeldt Boelgakov primusvuurtjes. Hij had dat eerder al gedaan in hoofdstuk 4, en zal ze later nog een belangrijke rol toebedelen wanneer Korovjev en Behemoth Moskou op stelten zetten in hoofdstuk 28. Het tekort aan woonruimte na de revolutie leidde tot het typische Sovjetfenomeen van gemeenschappelijke appartementen waarin gezinnen één of twee privékamers hadden en voor de rest de keuken en toiletten deelden. Het primuskacheltje, een klein draagbaar kacheltje dat op benzeen werkte, en dat ook in die tijd op de markt verscheen, werd er snel het symbool van. Elk gezin had zijn eigen primus.

Een primus in het Boelgakovhuis
Een primus in het Boelgakovhuis

Een reusachtig bouwwerk van zeven verdiepingen

Het Dramlitgebouw of het Huis voor Dramaturgen en Literatoren is, volgens de vluchtbschrijving van Boelgakov, gelegen in de Bolsjoi Nikolopeskovski pereulok, vlakbij de Arbat.

Maar een dergelijk gebouw stond er niet in Bolsjoi Nikolopeskovski pereulok. Boelgakov had gewoon een ander gebouw, dat was afgewerkt in 1935, naar deze plaats geprojecteerd. Dat andere gebouw staat aan de overkant van de Moskourivier in Lavroesjinskij pereulok 17, dicht bij de Tretjakov Gallerij. Het appartement 84 van dat gebouw bevond zich inderdaad op de zevende verdieping en beantwoordt aan de beschrijving in het boek, wat ook geldt voor de andere appartementen.

En verder, in appartement 84 woonde in werkelijkheid Osaf Semenovitsj Litovski (1892-1971), hoofd van het Главный репертуарный комитет (Главрепертком) [Glavni repertoearni komitet] (Glavrepertkom) of het Centraal Comité voor Repertoires van 1930 tot 1937. Litovski bracht de term Boelgakovisme in omloop na de eerste opvoeringen van De dagen van de Toerbins. Een beschrijving die héél sterk overeenkomt met de persoonlijkheid van de criticus Latoenski.

Zeven verdiepingen? Of waren het er acht? In de tekst van Boelgakov staat: восьмиэтажного [vosmietazjnovo] of met acht verdiepingen. De Engelse vertalers nemen dit letterlijk over en hebben het over een «eight-storeyed, obviously just-constructed building» (Pevear en Volokhonski) of «an obviously newly-built eight-storey block of flats» (Glenny). In de Nederlandse vertaling staat echter «zeven verdiepingen». Deze verwarring heeft te maken met het feit dat in Rusland het gelijkvloers als de «eerste verdieping» beschouwd wordt. Het gebouw telt dus acht bouwlagen: zeven verdiepingen én het gelijkvloers.

Bij de publicatie van zijn eerste vertaling van De meester en Margarita in 1968 schreef vertaler Marko Fondse (1932-1999) nog dat het om een bouwwerk van acht verdiepingen ging.

Het Dramlithuis
Het Dramlithuis

In de sectie Plaatsen van onze website kan u een volledige beschrijving lezen van het Dramlithuis door op de pijl hieronder te klikken.

Volgende

Het volkomen onschuldige kamervleugeltje van het merk Baecker

Jacob Davidovitsj Becker (1811-1879), een in Duitsland geboren ambachtsman, richtte zijn pianofabriek op in Sint-Petersburg in 1841. Zijn piano’s genoten een grote faam, en hij was de eerste om Amerikaanse en Europese technologieën toe te passen in de bouw van piano’s in Rusland. In 1903 fusioneerde het bedrijf met de pianofabriek van Ivan Karlovitsj Schreder (?-1889), en in 1917 werd het genationaliseerd en omgedoopt tot de Rode Oktober Fabriek.

Een Becker kamervleugeltje
Een Becker kamervleugeltje

In 1991, na het uiteenvallen van de Sovjetunie, werd het bedrijf omgedoopt tot de Sint Petersburg Piano Fabriek, maar ze ging failliet met een schuld van 13 miljard roebel. Sinds 1994 probeert Lee Alexander Magness, de Texaanse kleinzoon van Ivan Karlovitsj Schreder, met alle middelen om de fabriek in handen te krijgen.

In 1999 kende de Amerikaanse districtsrechter David Hittner in Houston, Texas, een schadevergoeding toe van 234 miljoen dollar aan Magness, zijn moeder Nina Schröder, en zijn tante Agnes Schröder, de dochters van Ivan Karlovich Schröder, nadat de Russische Federatie had gefaald om te reageren op de rechtszaak. Maar in april 2001 oordeelde het Amerikaanse Hof van beroep van het 5de Circuit in New Orleans dat de Russen niet behoorlijk waren gediend met de rechtszaak en vernietigde het vonnis. De regering van de Verenigde Staten was in deze zaak tussengekomen in het voordeel van de Russische Federatie met een zogenaamd amicus curiae document. Magness vroeg om een heropening van de zaak, maar in oktober 2001 weigerde het Amerikaanse hooggerechtshof de argumenten van Magness te aanhoren.

Ik zit in je droom

Boelgakov speelt hier op een haast onvertaalbare wijze met de Russische grammatica. «Van iemand dromen» wordt in het Russisch uitgedrukt door het werkwoord снитться [snitsia], maar in een zeer taaleigen constructie, met de persoon waarover gedroomd wordt als onderwerp en de dromende persoon in de datief. Eenvoudig gezegd: «Ik heb van haar gedroomd» klinkt in het Russisch als «zij werd door mij gedroomd».

Het werkwoord komt daardoor bijna altijd voor in de derde persoon enkelvoud, omdat het vrij zeldzaam is dat iemand over zichzelf zegt dat hij gedroomd is geweest door een ander. Nochtans is het net dat wat Margarita doet: «я тебе снюсь», «Ik werd door jou gedroomd», zegt ze letterlijk.

Daarna zegt ze: «Ga liggen (…) dan zul je verder van me dromen». In de Nederlandse vertaling antwoordt het jongetje daarop: «Nou, best hoor», maar in het Russisch gebruikt hij een nog vreemdere vorm van het werkwoord снитться [snitsia]. Hij zegt: «Ну, снись, снись», dat is de imperatieve vorm. Alsof je zou zeggen, in de gebiedende wijze: «Goed, wees mijn droom, wees mijn droom».

Mijn Franse koningin!

Met deze uitroep geeft Natasja aan wat in het volgende hoofdstuk door Korovjev zal bevestigd worden - namelijk dat Margarita «een achter-achter-achter-achter-kleindochter» is van «een van de Franse koninginnen uit de zestiende eeuw».

Een blote dikzak met een hoge hoed scheef op het achterhoofd

In de Russische tekst staat er nog bij dat de hoge hoed van zwarte zijde was. Wie deze man is, daar ben ik (nog) niet achter gekomen. Maar hij heeft in elk geval Claudine, «de weduwe die nooit bij de pakken neerzit» gekend (zie hieronder), en ook de «lichtende koninginne Margot» - dat was de populaire naam die aan Marguerite de Valois (1553-1615) gegeven werd. En hij is blijkbaar bevriend geweest met de Parijse uitgever François Guessard (1814-1882), hier vertaald als Hessart, die drie eeuwen na de voormelde dames heeft geleefd.

Claudine

Claudine de La Tour-Turenne (1520-1591) was hofdame van Marguerite de Valois (1553-1615), echtgenote van de Franse koning Henri IV (1553-1610). Op 31 oktober 1535 trouwde Claudine, op 15-jarige leeftijd, met Justus II (1510-1557), heer van Tournon en graaf van Rousillon. Toen ze 37 was werd ze weduwe.

Lichtende koninginne Margot

Koningin Margot is Marguerite de Valois (1553-1615), koningin van Frankrijk en Navarra, Ze was de dochter van Henri II (1519-1559) en Catherina de Medici (1519-1589). Drie van haar broers zijn koning van Frankrijk geweest : François II (1544-1560), Charles IX (1550-1574) en Henri III (1551-1589).

Haar moeder probeerde haar eerst aan enkele andere mannen te koppelen, maar kwam uiteindelijk bij haar neef, Henri van Navarra (1553-1610) uit, de latere koning Henri IV. Het huwelijk vond plaats op 18 augustus 1572. Henri was een protestant, en volgens verschillende bronnen zou Catherina de Medici geprofiteerd hebben van de samenkomst van de (protestantse) hugenoten in Parijs om het bloedbad van de Bartholomeüsnacht te organiseren in de nacht van 24 op 25 augustius 1572.

Het huwelijk tussen Marguerite en Henri was er een van veel wederzijds bedrog, en lange periodes van scheiding. In 1599 werd het ontbonden. Marguerite behield wel haar titel van koningin.

Haar memoires, die meer dan honderd jaar na haar dood werden gepubliceerd, beschreven talloze anecdotes over de koningen Charles IX, Henri III en Henri IV. Ondertussen veroorzaakte ze zelf ook meer dan één schandaal. Ze stierf op 27 mei 1615.

Marguerite de Valois
Marguerite de Valois

De bloedbruiloft van zijn vriend Hessart

De dronken man is inderdaad behoorlijk in de war: Zijn gevoel voor tijd laat het afweten. Гессар [Gessar], vertaald Hessart in de Nederlandse vertaling van de roman, is François Guessard (1814-1882), de Parijse schrijver en uitgever die de correspondentie van Marguerite de Valois heeft gepubliceerd. Guessard leefde echter in de 19de eeuw - hij publiceerde Les Mémoires et lettres de Marguerite de Valois in 1842. De «bloedbruiloft» was de beruchte Bartholomeüsnacht in 1572.

De oever van de Jenisej

De Jenisej rivier is een 4,129 km lange waterloop die vaak beschouwd wordt als de scheiding tussen oostelijk en westelijk Siberië.

Doorschijnende waternimfen

De waternimfen die hier optreden zijn meer specifiek Russische русалки [roesalki], in het enkelvoud roesalka. Rusalki werden in verband gebracht met de wereld van de dood. Het waren jonge vrouwen die gestorven waren vóór ze hadden kunnen trouwen. In het midden van de nacht gingen ze naar de oever om in de weiden te dansen. Wanneer ze knappe mannen zagen begeesterden ze hen met hun gezang en gedans om hen dan te hypnotiseren en mee te nemen naar de bodem van de rivier om er mee samen te leven.

Een roesalka
Een roesalka

Een bokkepotige figuur

Woudgeesten en duivels werden vaak, afgebeeld met het onderlijf van een dier.The Russische schrijver Boris Nikolajevitsj Bugajev (1880-1934), die schreef onder het pseudoniem Andrei Beli (zie hoofdstuk 18) beschrijft een man met bokkepoten op de heksensabbat in zijn Северная симфония [Severnaja simfonija] of Noordelijke Symfonie uit 1902.

Een langsnavelige zwarte roek

Een roek is een grote zwarte vogel, de trypanocorax frugilegus, die een beetje op een kraai lijkt. De Russische beeldhouwer Aleksandr Roekavisjnikov (° 1950) maakte een enorm standbeeld van deze chauffeur van Margarita. Oorspronkelijk was het een onderdeel van een groot monument dat zou worden gebouwd op de Patriarchvijver ter ere van Boelgakov, met een enorme primus en met Jesjoea die op het water liep. Maar in februari 2003 werd het project ingetrokken na veel protest. Het standbeeld is nu geplaatst in de tuin van de beeldhouwer in de Bolsjaja Moltsjanovka oelitsa in Moskou, naast een mooi beeld van een slapende Aleksandr Poesjkin. Roekavisjnikov maakte ook het standbeeld van Korovjev en Behemoth dat nu de binnenplaats van het Boelgakovhuis in Moskou siert.

De chauffeur van Margarita door Aleksandr Roakavisjnikov
De chauffeur van Margarita door Aleksandr Roakavisjnikov


Vorige      Volgende