Aloisi Mogarytsj

Nederlands > De personages > Personages in Moskou > Aloisi Mogarytsj

Beschrijving

In hoofdstuk 24 van De meester en Margarita, wanneer Margarita aan Woland vroeg om haar en de meester terug te brengen naar de kelderwoning in de omgeving van Arbat, zei de meester: «Ach, messire, luister niet naar deze ongelukkige vrouw! in dat souterrain woont allang een ander». Woland echter zei: «We zullen het toch proberen». En hij riep Azazello bij zich. Meteen daarop stortte van het plafond een verbijsterde burger, de waanzin nabij, naar beneden. Hij was in ondergoed maar had vreemd genoeg een koffer in de hand en een pet op het hoofd.

Met deze beschrijving doelde Michail Boelgakov op het feit dat tijdens de Stalinterreur iedere sovjetburger wel ergens een koffertje met daarin de meest noodzakelijke dingen had gereed staan, voor het geval men nachtelijk bezoek kreeg van de geheime politie.

De «verbijsterde burger in ondergoed» in kwestie was Aloisi Mogarytsj, een journalist die bezwarende stukken over de meester had geschreven en die hem had aangegeven wegens het in bezit hebben van illegale literatuur. Hij hoopte, na de arrestatie van de meester, naar diens souterrain te kunnen verhuizen. En dat is hem ook gelukt.

«Nu zal je weten wat een heks is!», huilde Margarita toen ze dat hoorde, en ze klauwde haar nagels in zijn gezicht.


Achtergrond

De voornaam Aloisi die Boelgakov aan Mogarytsj toebedeelt klinkt nogal gek in Russische oren. Zeker in de voor Russen nogal absurde combinatie van het Latijnse Aloisius met het Russische slang могарыч [mogaritsj].

Het Russische woord магарыч [magarytsj] of могарыч [mogarytsj] is afgeleid van het Arabische woord مخارج [maḫāriǧ] wat kosten of uitgaven betekent, maar ook verfrissing - meestal wijn. Oorspronkelijk werd het gebruikt om te verwijzen naar de drank die werd aangeboden bij het afsluiten van de verkoop van een paard. Later kreeg het een slechte ondertoon omdat het niet alleen overdreven drankgebruik suggereerde, maar ook soms steekpenningen.


Los eindje

Wie De meester en Margarita in het Nederlands, het Frans of het Engels leest, maakt pas kennis met Mogarytsj in bovenstaand fragment van hoofdstuk 24. In veel Russische versies vertelt de meester echter reeds over «zijn nieuwe vriend» tijdens zijn ontmoeting met Ivan in het ziekenhuis van dokter Stravinski in hoofdstuk 13. U kan die scène lezen door op de link hieronder te klikken. De tekst in het blauw komt niet voor in de Engelse, de Franse en de Nederlandse vertaling.

Klik hier om dit los eindje te lezen


In zijn TV-reeks Мастер и Маргарита [Master i Margarita] uit 2005 heeft regisseur Vladimir Bortko de ontmoeting tussen de meester en Mogarytsj wel getoond, ook dat kan u hier bekijken.

Klik hier om de ontmoeting tussen de meester en Mogarytsj te bekijken


Prototype

De figuur van Aloisi Mogarytsj is geïnspireerd op de dramaturg Sergej Aleksandrovitsj Jermolinski (1900-1984), die in 1929 kennis had gemaakt met Maria Artemjevna Tsjimisjkjan (1904-?), een vriendin van Boelgakov en zijn tweede vrouw Ljoebov Jevgenjeva Belozerskaja (1894-1987). Boelgakov maakte kennis met Jermolinski in de periode dat de mediacampagne tegen hem zijn climax bereikte, wat doet denken aan de situatie van de meester toen hij Mogarytsj ontmoette.

Na een tijdje huwden Sergej en Maria en ze namen hun intrek in het huisje van Sergei Sergejevitsj Topleninov in Mansoerovski pereulok nr. 9. Dit houten huisje zou de inspiratiebron worden voor het souterrain waar de meester met Margarita verbleef in de roman, en waar Mogarytsj zijn intrek nam zodra de meester werd opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis.

Door zijn huwelijk met Maria Arternjevna werd Jermolinski dus een vriend van Boelgakov, maar in haar memoires verborg Ljoebov Belozerskaja niet dat ze hem niet vertrouwde. Ze noemde hem «een man met twee gezichten, die vergeet wat hem goed uitkomt om te vergeten». In haar boek Mijn leven met Michail Boelgakov, uitgegeven door Ardis Publishers in 1986, schreef ze: «Ik ga nu beginnen aan de meest onaangename pagina's van mijn memoires. Aan Sergej Jermolinski». Toen ze verwees naar het artikel Over Michail Boelgakov dat Jermolinski in april 1966 in het tijdschrift Theater had gepubliceerd en waarin hij zichzelf presenteerde als een vriend van Boelgakov, merkte ze op: «Jermolinski zou het slecht doen aan de leugendetector», «Boelgakov heeft nooit enige sympathie gevoeld voor Jermolinski» en «er staat niets anders in dan bedrog». Het is mogelijk dat Boelgakov naar de mening van Ljoebov Belozerskaja verwees toen hij, in het bovenvermelde losse eindje van de roman, Margarita de volgende woorden liet zeggen: «Doe wat je wil, maar ik zeg je dat deze persoon op mij een afstotelijke indruk maakt».

Elena Sergejevna, de derde echtgenote van Boelgakov, was iets meer gereserveerd dan haar voorgangster in haar uitspraken over Jermolinski, hoewel zij ook regelmatig haar twijfels had. Op 5 december 1938 noteerde zij bijvoorbeeld in haar dagboek dat Jermolinski, net zoals Mogarytsj, merkwaardig goed op de hoogte was van «allerlei praatjes, geruchten, roddels en nieuws». Op 5 maart 1940 had ze nog een gesprek met Boelgakov over Jermolinski, en over de vraag of hij een verrader kon zijn. Boelgakov concludeerde toen uiteindelijk: «Нет, не предал!» of «Neen, hij heeft mij niet verraden». De passage over de nieuwe vriend uit hoofdstuk 13 werd toen met rood doorstreept, maar de bestraffing van Mogarytsj door Woland in hoofdstuk 24 werd niet geschrapt. Vijf dagen later overleed de auteur echter, en we zullen nooit weten of hij nog van plan was geweest om verdere wijzigingen aan te brengen aan het personage Mogarytsj.

In het echte leven had Boelgakov, net als de meester, ook regelmatig last van «indringers». In de jaren '30 kwamen nogal wat snuffelaars en informanten over de vloer, zoals de journalist en verklikker Leonid Isaakovitsj Kantorovitsj (1911-?), de schrijver en vertaler Emmanuel Lvovitsj Zjoechovitski (1881-1937) en MKhAT acteur en regisseur Grigori Grigorievitsj (Grisja) Konski. (1911-1972).

Boelgakov moest ze noodgedwongen dulden, ook al hielden zij hardnekkig vol om het gesprek voortdurend in de richting van vragen over politieke overtuiging te sturen. Deze situatie riep voortdurend spanningen op, en de enige troost voor Boelgakov was wellicht het plezier dat hij erin vond om hen zo nu en dan opzettelijk te shockeren.


Het lot van Mogarytsj

Mogarytsj wordt slechts licht gestraft door Woland. In de epiloog blijkt dat hij zelfs een hooggeplaatst ambtenaar wordt: hij volgt Grigori Rimski op als financieel directeur van het Variété Theater.



Deze pagina delen |