22. Bij kaarslicht

Nederlands > De roman > Aantekeningen per hoofdstuk > Hoofdstuk 22

Een volkomen verlaten kerkhof in de Dorogomilovbuurt

Een kaart uit 1915 van de uitgeverij Soevorin toont twee kerkhoven gelegen aan de oever van de Moskourivier in de Дорогомиловская Слобода [Dorogomilovskaja Sloboda] of Dorogomilovbuurt. Naast een groot orthodox kerkhof lag ook nog een kleinere Joodse begraafplaats. Geen van beide bestaat nog, want ze werden vernield na de Tweede Wereldoorlog bij de aanleg van de Koetoezovski Prospekt, een drukke verkeersader die van de Nieuwe Arbat naar de buitenring loopt.


Zo’n ongewone, onzichtbare en tegelijk tastbare en eindeloze trap

De trap die Margarita zal beklimmen doet denken aan de mystieke ladder met tweemaal zeven treden die voorkomt in de vrijmetselarij bij de inwijding tot Ridder van Kadosh of Ridder van de witte en de zwarte adelaar, de 30ste graad in de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus. De trap is de verbinding tussen het «aardse niets» en de «hemelse majesteit», de weg van onwetendheid naar alwetendheid. De trappen staan enerzijds voor gerechtigheid, goedheid, deemoed, trouw, arbeid, plichtsbesef en edelmoedigheid, anderzijds voor grammatica, retorica, logica, aritmetica, geometrie, muziek en astronomie.

Het is niet zo evident dat Margarita, als vrouw, deze trap beklimt. Veel vrijmetselaarsloges zijn immers uitsluitend bestemd voor mannen. In Rusland had de economiste, publiciste en feministe Jekaterina Dmitrijevna Koeskova (1869-1958) deze ban evenwel doorbroken. Zij is lid geweest van de vrijmetselaarsloge Grand Orient des Peuples de Russie van 1906 tot 1917. In 1922 werd zij uit de Sovjetunie verbannen.

De interesse van Boelgakov voor de symbolen van de vrijmetselarij kan onder meer verklaard worden door het feit dat zijn vader Afanasi Ivanovitsj Boelgakov (1859-1907), die theoloog en kerkhistoricus was, in 1903 een artikel had geschreven over De moderne vrijmetselarij in haar relatie met de kerk en de staat, dat gepubliceerd werd in de Akten van de Theologische Academie van Kyiv.

Klik hier om méér te lezen over de vrijmetselarij in De meester en Margarita


De vijfde dimensie

In de elementaire meetkunde worden drie dimensies onderscheiden, te weten: lengte, breedte en hoogte. Deze (cartesische) coördinaten staan loodrecht op elkaar.

Een punt is nuldimensionaal - het heeft lengte, noch breedte, noch hoogte.
Een lijn is eendimensionaal - zij heeft alleen lengte.
Een vlak is tweedimensionaal - het heeft lengte en breedte.
Een lichaam is driedimensionaal - het heeft lengte, breedte en hoogte.

De vierde dimensie is een extra onafhankelijke verplaatsingsrichting in de ruimte. De tijd is dan te interpreteren als een vierde dimensie.

De vijfde dimensie is dan een hogere dimensie van bewustzijn. Toen Boelgakov aan De meester en Margarita werkte, in 1926, had de Zweedse natuurkundige Oskar Klein (1894-1977) een poging ondernomen om uit te leggen waarom we deze bijkomende dimensie niet kunnen waarnemen. Oskar Klein werd ook bekend door zijn theorie over reizen in de tijd.


Een driekamerwoning op het Aarden Bolwerk

Земляной вал [Zjemljanoj Val] of de Aarden Wal maakt, net zoals Bolsjaja Sadovaja oelitsa, deel uit van de Moskouse Tuinring, maar ligt aan de andere kant van het centrum, in het Oosten. Onder meer het Taganka Theater, waar tot op heden nog regelmatig De meester en Margarita wordt opgevoerd, ligt op Zjemljana Vala oelitsa.

De machinaties van deze Moskoviet waren typisch voor die tijd. Vaak werden er ingewikkelde ruiloefeningen opgezet waarin verschillende mensen in diverse combinaties werden uitgespeeld, en smeergeld haast als een semi-legale praktijk werd beschouwd.


Het vollemaans lentebal of honderdkoningenbal

De Северная симфония [Severnaja simfonija] of Noordelijke symfonie uit 1902, geschreven door Boris Nikolajevitsj Boegajev (1880-1934 onder het pseudoniem Andrei Beli, eindigt met een feest waarop de koningen van het Noorden bloed drinken uit gouden bekers. De koningin knielt op één knie om de gasten te verwelkomen, net zoals Margarita, en die gasten kussen dan haar hand en haar knie.


Een van de Franse koninginnen uit de zestiende eeuw

In het vorige hoofdstuk werd reeds meer verteld over Marguerite de Valois (1553-1615) en haar huwelijk met de Franse koning Henri IV (1553-1610).


Zeven gouden vogelklauwen

Een oud symbool voor het Hebreeuwse volk en een van de oudste symbolen voor het jodendom in het algemeen is de menora of de zevenarmige kandelaar. Mozes moest van God volgens precieze voorschriften een zevenarmige kandelaar laten maken en plaatsen in het Tabernakel bij de Ark van het Verbond waarin de stenen platen met de Tien Geboden lagen. De twee kandelaars met de vogelklauwen zijn een parodie op deze menora's.


Een kunstig uit zwarte steen gesneden scarabee

Boelgakov beschrijft een жук [zjoek], wat gewoon kever of tor betekent. Maar toch gebruiken de meeste vertalers, ook de Nederlandse, het woord scarabee, wat slaat op een soort mestkever die een belangrijke rol speelde in de Egfyptische mythologie.

De Egyptenaren beschouwden de scarabee als een symbool van onsterfelijkheid omdat deze kever de jaarlijkse overstromingen van de Nijl overleefde. Het ritueel gebruik van uit steen gesneden scarabeeën was in de oudheid ruim verspreid in Palestina, Griekenland en Italië.


De schaakpers zou heel wat neertellen

Margarita zei tegen Woland: «Ik smeek u de partij niet af te breken. Ik neem aan dat de schaakpers heel wat zou neertellen om het verloop van deze partij te mogen publiceren». Het is zeer goed mogelijk dat Boelgakov hier de partij beschreef die werd gespeeld tussen de Russische grootmeesters Michail Moisejevitsj Botvinnik (1911-1995) en Nikolaj Nikolaevitsj Rjoemin (1908-1942) op het Tweede Internationaal Schaaktoernooi, dat plaatsvond in Moskou van 15 februari tot 15 maart 1935.

Aan dat toernooi namen twaalf Sovjetspelers en acht spelers uit andere landen deel. Zij behoorden allen tot de wereldtop. Eén van hen was een vrouw: Vera Frantevna Menchik (1906-1944), een Brits-Tsjeschische die jammer genoeg laatste zou eindigen.

De meest beklijvende partij van het toernooi was, zoals gezegd, deze tussen Michail Botvinnik en Nikolaj Rjoemin, die gespeeld werd in de 6de ronde op 22 februari 1935. Het werd een partij waar in die tijd inderdaad veel over geschreven werd, en niet alleen in de schaakpers. De partij geraakte zelfs bekend bij mensen die zich normaliter niet zo erg met het schaakspel inlieten. Ze viel in haar beslissende fase toen de koning van Rjoemin in de 33ste zet op G2 ging staan, net zoals Boelgakov het beschreef, waarna Botvinnik hem schaak zette met zijn dame. Drie zetten later was de partij beslecht in het voordeel van Botvinnik.

Ondanks deze historische partij zou Rjoemin niet veel eer behalen op dit toernooi. Hij strandde op een teleurstellende 14de plaats. Michail Botvinnik verging het beter: hij won het toernooi, al moest hij die eerste plaats delen met de Tsjechische speler Salomon Mikhailovich Flohr (1908-1983). Botvinnik was echter nog zeer jong. Vele jaren later, tussen 1948 en 1963, zou hij bijna ononderbroken de nummer één van de wereld zijn.

Sommige Engelse lezers van De meester en Margarita zullen verbaasd opkijken wanneer ze dit lezen. Want in de Engelse vertaling van Richard Pevear en Larissa Volokhonsky zegt Woland: «The king is on square G-5», en in de vertaling van Michael Glenny wordt dat: «The king is on square Kz». Deze ingreep van de vertalers is heel vreemd en onbegrijpelijk, want Boelgakov schreef wel degelijk: «Король на клетке г-два» of «De koning staat op g-twee», zoals overigens ook alle andere mij bekende vertalers schreven.

Op de website 365chess.com kan u dit spel herspelen. De beginpositie die in de roman wordt vermeld is bij de 33ste zet, nadat de koning van Rjoemin net was verplaatst van H1 naar G2. U kan voor- en achteruit bewegen met gebruik van de knoppen onderaan het bord.

Klik hier om het spel te herspelen op 365chess


Drommelse hansworst

In de Russische tekst staat er «Вылезай, окаянный ганс!» of «Ga weg, vervloekte hans (gans)». Het woord ганс [hans] wordt als gans uitgesproken en is één van de vele leenwoorden die het Russisch kent. Het klinkt Nederlands, maar het komt uit het Duits. Er zijn nogal wat volksverhalen waarin Hans, vaak de derde zoon van een gezin, als een idioot, of tenminste een beetje gek wordt voorgesteld. Alhoewel hij er op het einde meestal wel de schat of de mooie prinses aan overhoudt. In het Russisch heet zo'n figuur vaak Ivan of Ivanoesjka.

Zowel Ivan als Hans zijn afgeleid van de Latijnse naam Johannes, die Jahweh is genadig betekent. Andere afgeleiden zijn Jan, Jean, Juan, John, Giovanni, Janusz, Jens, Sean, João etc.

Klik hier om meer te lezen over Nederlandse woorden in het Russisch


Sextus Empiricus

Sextus Empiricus (160-210) was een Romeinse filosoof en geneeskundige. Zijn filosofische werken zijn de meest complete overgedragen weergaven van het oude Griekse en Romeinse scepticisme. Zijn medische werken worden traditioneel ondergebracht onder de empirische school, zoals ook zijn naam laat uitschijnen. Maar Sextus plaatste zichzelf dichter bij de methodische school. Dit laatste sluit dan weer meer aan bij zijn filosofische opvattingen.

Sextus Empiricus meent dat we onze oordelen over nagenoeg alle overtuigingen moeten opschorten. Meer concreet bedoelt hij dat we overtuigingen noch mogen bevestigen als waar, noch mogen ontkennen als vals. Deze opvatting is bekend als Pyrrhonisch scepticisme. Deze vorm van scepticisme is te onderscheiden van Academisch scepticisme, dat elke vorm van kennis ontkent.


Marcianus Capella

Over het leven van deze in het Latijn schrijvende auteur uit de 5de eeuw weten we maar weinig, tenzij enkele details die uit zijn werk, De Nuptiis Philologiae et Mercurii (De bruiloft van filosofie en Mercurius) gehaald kunnen worden. Buiten de biografische hypothesen aangeleverd door enkele passages uit deze grote allegorische encyclopedie in negen boekdelen, hebben we geen enkel historisch spoor over de auteur.


Aristoteles

Aristoteles (384 BC-322 BC) was een Grieks filosoof en wordt met Socrates (470 BC-399 BC) en Plato (427 BC- 347 BC), beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie.

Aristoteles mag gezien worden als de eerste homo universalis omdat hij de logica en de methodologie invoerde als manier om wetenschap en filosofie te bedrijven. Hij beheerste ook de totaliteit van de toendertijd bekende wetenschappen (filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater...), die hij systematisch en methodisch tot een in zichzelf gesloten systeem uitwerkte. Aristoteles kan op die manier worden beschouwd als systeemfilosoof.


Mijn been doet pijn

Van de duivel wordt verteld dat hij mankte omdat hij uit de hemel gevallen was.


In 1571 op de Brockenfels, op de Duivelskatheder

De Brocken is met zijn 1141,1 meter de hoogste berg van Noord-Duitsland. De Brocken wordt ook Blocksberg genoemd en is met vele legenden omgeven. Op Walpurgisnacht zouden duivelse figuren bijeenkomen op de bergtop. Volgens het volksgeloof mochten de van de aarde verbannen heksen gedurende één nacht in het jaar terugkeren voor een heksenfeest op de Brocken.

In de Faust van Goethe uit 1808 speelt de berg een hoofdrol als het centrum van de pret voor de heksen op de Walpurgisnacht.

Die Hexen zu dem Brocken ziehn,
Die Stoppel ist gelb, die Saat ist grün.
Dort sammelt sich der große Hauf,
Herr Urian sitzt oben auf.
So geht es über Stein und Stock,
Es farzt die Hexe, es stinkt der Bock.

Goethe vond zijn inspiratie bij de namen van twee rotsformaties op de bergtop: de Teufelskanzel, het Duivelskatheder en het Hexenaltar, het Heksenaltaar, waar Faust volgens Goethe zijn ziel verkocht aan de duivel Mephistoteles.

Ook nu nog wordt het grootste Walpurgisfeest in Duitsland in de nacht van 30 april op 1 mei gevierd op de Brocken. Mensen lopen als heks verkleed over straat en slaan argeloze voorbijgangers met een bezem op hun achterwerk. Rond Hemelvaart en Pinksteren brengen per dag zo’n 60.000 mensen een bezoek aan de Brocken.


Mijn grootmoeder

De grootmoeder van de duivel wordt, net als de duivel zelf natuurlijk, soms in Russische uitdrukkingen gebruikt, zoals bijvoorbeeld in «loop naar de duivel» of «ga naar de grootmoeder van de duivel!»


Daar is oorlog uitgebroken

De oorlog in een stukje land dat van opzij door de oceaan wordt bespoeld is de Spaanse Burgeroorlog die op dat moment woedde (1936-1939). Boelgakov was sterk begaan met deze oorlog. Hij heeft er verschillende brieven over geschreven. De passage met de kristallen bol duikt, in de twaalf jaar dat Boelgakov aan De meester en Margarita heeft gewerkt, pas op in 1937, toen deze oorlog dagelijks op de radio was. Het gezeur van Woland over de radioverslaggeving is trouwens een verwijzing naar dat dagelijkse nieuws. Boelgakovs mening was dat oorlogen niet konden beëindigd worden met woorden van verontwaardiging, maar alleen door gewapend geweld tegen de agressor.

Wellicht werd Michail Boelgakov voor deze passage geïnspireerd door het bombardement van het Baskische stadje Guernica y Luno op 26 april 1937 door het Legioen Condor van generaal Hugo Sperrle (1885-1953). Dat legioen was een militaire eenheid van vrijwilligers uit nazi-Duitsland die de Spaanse fascisten van generaal Francisco Franco (1892-1975) militair ondesteunde. Het bombardement vond plaats op de wekelijkse marktdag, en veel schuilplaatsen bleken niet bestand tegen de bommen. Daarom vluchtten heel wat mensen naar de velden rondom de stad. Op dat moment schoten Heinkel-51 eskaders op de vluchtende mannen, vrouwen en kinderen. Van de 5000 inwoners werden er 1654 gedood en 889 gewond. Naar aanleiding van dit bombardement maakte de schilder Pablo Picasso (1881-1973) zijn beroemde schilderij Guernica.


Abaddon

Abaddon is de Nederlandse transliteratie van het Hebreeuwse woord אבדון[avaddon], en dat betekent vernietiging of vernietiger. In het Boek Job 26:6 van het Oude Testament wordt het woord abaddon gebruikt om de onderwereld of de plaats waar de dood heerst te omschrijven: «עָרוֹם שְׁאוֹל נֶגְדּוֹ וְאֵין כְּסוּת לָאֲבַדּוֹן» [ärôm sh'ôl neg'Dô w'ëyn K'šût läávaDôn] of «de hel ligt naakt voor hem en de vernietiging is onbedekt».

In het Boek der Openbaringen 9:11 van het Nieuwe Testament wordt de naam Abaddon vermeld als de engel van de afgrond«En zij hadden over zich tot een koning den engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon, en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon».

De beschrijving van «een magere man met een zonnebril, van nature uitzonderlijk bleek uitgevallen» zou ook een verwijzing kunnen zijn naar de Russische marxistische revolutionair en theoreticus Lev Davidovitsj Bronstein (1879-1940), beter bekend als Leon Davidovitsj Trotski, de eerste leider van het Rode Leger. Mocht u denken dat dit te vergezocht is: Boelgakov had eerder reeds zelf een link gelegd tussen Trotski en Abaddon in zijn roman De witte garde uit 1925. In die roman heeft dokter Aleksej Toerbin een gesprek met de jonge dichter Ivan Roesakov die na een cocaïneverslaving tot inkeer gekomen is en waarschuwt voor de Satan. Wanneer de dokter hem vraagt of hij daarmee Leo Trotski bedoelt, antwoordt de dichter: «Ja, dat is de naam die hij heeft aangenomen. Maar zijn ware naam is in het Hebreeuws Abaddon, en in het Grieks Apollyon». Boelgakovexpert Boris Vadimovitsj Sokolov (°1957), de auteur van de Boelgakovencyclopedie vult daarbij aan dat het werk van Abaddon «net zo onberispelijk is als de activiteiten van Trotski», en dat «ze beiden onverschillig zijn voor de slachtoffers van de oorlog».

Klik hier voor een uitgebreide beschrijving Abaddon



Deze pagina delen |