2. Pontius Pilatus

Nederlands > De roman > Aantekeningen per hoofdstuk > Hoofdstuk 2

De titel van het hoofdstuk

In 1998 maakte de rock band Pearl Jam uit Seattle de song Pilate, geïnspireerd door dit hoofdstuk.

Klik hier om naar de song te luisteren


Judea

Judea is het zuidelijk deel van Palestina, dat door Rome onderworpen werd in 65 BC. Het werd genoemd naar Judah, de vierde zoon van Jacob. In het jaar 6 werd het een Romeinse provincie. De zetel van de prefect - die door Boelgakov «procurator» wordt genoemd - was gevestigd in Caesarea aan de Middellandse Zee.


Pontius Pilatus

Pontius Pilatus (?-38) was de vijfde Romeinse prefect van Judea van ongeveer 26 tot 36. Boelgakov haalde de details voor zijn personage bij de in het eerste hoofdstuk reeds vermelde David Strauss (1808-1874), maar ook uit Life of Christ van de Deken van de Canterbury Cathedral, Frederic Farrar (1851-1905), Vie de Jésus van de Franse historicus Ernest Renan (1823-1892), Le Procurateur de Judée van Jacques Anatole François Thibault (1844-1924), die schreef onder het pseudoniem Anatole France, en het Evangelie van Nicodemus, dat waarschijnlijk geschreven werd in de vierde eeuw, en waarvan het eerste deel de titel kreeg van Acta Pilati, of de Handelingen van Pilatus. Al deze werken kan u gratis downloaden in de archieven van deze website. Waarom wij Pilatus een «prefect» noemen, en geen «procurator», kan u lezen via de link hieronder.

Klik hier om méér te lezen over Pontius Pilatus


Herodes de Grote

Herodes de Grote (?75 BC-04), was de vazalkoning van Judea die voor bewezen diensten door de Romeinen met het koningsschap beloond werd. Volgens het Nieuwe Testament organiseerde Herodes de Grote de moord op de Onnozele Kinderen toen hij vernam dat de Messias - de toekomstige «Koning der Joden» - geboren was. Een betere vertaling zou overigens kunnen zijn: «Koning der Judeërs», want hij werd eerder geëxecuteerd voor zijn invloed op Judea dan omwille van zijn religieuze opvattingen.

Herodes was dol op gebouwen in Romeinse stijl. Dat zag je vooral terug in de paleizen en burchten die hij in Jeruzalem liet bouwen, maar ook in de stad Caesarea die hij bouwde aan de kust van de Middellandse Zee. Volgens het Pilatusverhaal van de meester was Caesaria de geliefkoosde verblijfplaats van Pontius Pilatus.


Het twaalfde Fulminatalegioen

Het twaalfde legioen, Legio XII, was nog door Julius Caesar (100 BC-44 BC) opgericht in 58 BC en vergezelde hem in de Gallische oorlogen tot 49 BC. Het embleem van het legioen was een bliksemschicht, vandaar de naam Fulminata - bliksemschicht is fulmen in het Latijn. Andere namen die aan het twaalfde legioen gegeven werden waren Paterna, Victrix, Antiqua, Certa Constans, en Galliena. Boelgakov had die naam gevonden in het boek L'Antéchrist (De Antichrist), een ander werk van Ernest Renan (1823-1892) en schreef de aantekening «12-й Fulminata» [12de Fulminata] in zijn notitieboek.


Jersjalajim

Boelgakov gebruikt voor de naam van de stad Jeruzalem een alternatieve transliteratie van het Hebreeuws ירושלים (Jeroesjalajim). Ook op andere plaatsen verkoos Boelgakov het afstandelijk effect van deze alternatieven: Jesjoea voor Jezus, Ha-Notsri voor Nazareth en Jehoeda Karioth voor Judas Iscariot.

Klik hier om meer te lezen over transliteraties


O goden, o goden, waarom straft gij mij zo?

Deze, of een gelijkaardige uitroep, komt nog negen keer voor in De meester en Margarita, als een leitmotiv. De woorden komen uit de opera Aïda van Giuseppe Verdi (1813-1901), waar Boelgakov vaak ging naar kijken, en die hij in meerdere van zijn werken citeerde.

Klik hier om het leidmotiv uit Aïda te zien


Galilea

Galilea is het noordelijk deel van Palestina. Het is een vruchtbare streek met als hoofdstad Tiberias aan het Meer van Galilea, ook wel Meer van Kinneret of Meer van Genezareth genoemd.


De tetrarch

In die tijd werd Galilea bestuurd door de tetrarch Herodes Antipas (20 BC-30), zoon van Herodes de Grote (73 BC-4BC). Een tetrarch - een viervorst - is de heerser over een vierde deel van het grondgebied. In de eerste eeuw van onze tijdrekening gebruikten de Romeinen deze term echter ook om de vorst van een klein deelgebied van hun uitgestrekte rijk aan te duiden.

Herodes Antipas liet Johannes de Doper (7BC-29) onthoofden.

Volgens het Evangelie van Lukas (23:12), was Herodes Antipas in Jeruzalem op het moment van de kruisiging van Jezus. Pontius Pilatus had Jezus naar Herodes gestuurd om een vonnis te vellen. Dit was bedoeld om hem te vleien omdat zij al een tijdje in onmin leefden. Herodes voelde zich vereerd, maar stuurde Jezus toch terug naar Pilatus. Die velde dan zijn oordeel en waste zijn handen daarna in onschuld. Sinds dit voorval werden Herodes en Pilatus opnieuw met elkaar bevriend. Lukas 23:12 - «En op denzelfde dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren in vijandschap tegen den anderen.» .


Een zevenentwintigjarige man

Volgens het Nieuwe Testament was Jezus Christus drieëndertig jaar oud toen hij stierf. Dit is één van de vele details waarin Boelgakov afwijkt van het traditionele bijbelse verhaal. In zijn notities bij de derde versie van De meester en Margarita schreef hij: «33-й год нашей эры. Иешуа мог родиться и в 4-10 году нашей эры (23 года?)» of «Het jaar 33 van onze tijdrekening. Jesjoea zou kunnen geboren zijn tussen de jaren 4 en 10 van onze tijdrekening (23 jaar?)».


Een versleten blauwe chiton

De chiton is een Oudgrieks kledingstuk dat bestond uit rechte lappen stof die verschillende maten hadden. Deze lappen stof werden om het lichaam gedrapeerd, er werd geen enkele schaar of naald gebruikt. Mannen droegen een korte chiton zonder mouwen, vrouwen een lange met mouwen.

Blauw was een favoriete kleur bij de Joden en werd als heilig beschouwd. Boelgakov vond deze beschrijving in Life of Christ van Frederic Farrar (1851-1905): «...at each corner of His dress the fringe and blue riband which the Law enjoins [...] He is in the ordinary dress of His time and country» of «...in elke hoek van Zijn kleed de zoom en het blauwe lint zoals de wet voorschreef [...] Hij was in de normale kledij van Zijn tijd en Zijn land».


Aramees

Het Aramees is een West-Semitische taal die tegenwoordig nog in een paar dorpjes bij Damascus in Syrië en elders in het Midden-Oosten wordt gesproken.

Het Aramees werd oorspronkelijk gesproken door de Arameeërs, en werd uiteindelijk de ambtelijke taal van het Perzische Rijk. Zodoende werd het over een groot deel van het Midden-Oosten verspreid, onder andere naar Palestina. Een aantal passages van de Bijbel zijn dan ook in het Aramees geschreven, en niet in het Hebreeuws. Jezus sprak meer dan waarschijnlijk in de sociale omgang met andere mensen Aramees. In de film The Passion of the Christ (2004) van regisseur Mel Gibson (°1956) wordt het merendeel van de dialogen in het Aramees gevoerd.

Ernest Renan (1823-92) schreef dat «l'idiome propre de Jésus était le dialecte syriaque mêlé d'hébreu qu'on parlait alors en Palestine» of «de moedertaal van Jezus het Syrisch, vermengd met het Hebreeuws, dat toen in Palestine gesproken werd». Het Syrisch was een dialect van het Aramees.

Na duizenden jaren dreigt de taal te verdwijnen. Vooral onder druk van de dominante talen en culturen in de veelal westerse diasporalanden waar nog Aramese kernen bestaan.


De tempel van Jersjalajim

De tempel van Jeruzalem was oorspronkelijk gebouwd door koning Salomon (1000 BC-928 BC) in de 10de eeuw vóór onze tijdrekening. Hij werd een eerste keer vernietigd door de Babyloniërs en weer opgebouwd in de 5de eeuw vóór Christus. Herodes de Grote liet hem helemaal vernieuwen, maar hij werd definitief vernietigd door Titus in het jaar 70.


Ratteschrik

Boelgakov noemt hem Марк Крысобой [Mark Krisovoj]. Крыса [krysa] is rat, бой [voj] is gevecht. In de Engelse vertalingen heet hij Muribellum (1967, Glenny) of Ratslayer (1997, Pevear en Volokhonski), in het Nederlands Ratteschrik. Muribellum betekent Muizenvechter. Dat was een Romeinse spotnaam voor bange en laffe soldaten. Ironisch bedoeld dus, want Marcus Ratteschrik was allesbehalve laf.


Bij de sokkel van een bronzen beeld

Standbeelden in de decoratie van paleizen was een kenmerk van de hellenistische cultuur, en dus een vertrouwd beeld voor de Romeinse Pilatus, maar voor de Joden was het zeer ongebruikelijk. Maar Frederic Farrar (1851-1905) schreef over de aanwezigheid van gebeeldhouwde portieken in het paleis van Herodes.


Hegemoon

Ηγεμών of hegemoon is Grieks voor leider, heerser of gids.


Jesjoea

De naam ישוע [Jesjoea] is Aramees en betekent de Heer is verlossing. De naam הנצרי [Ha-Notsri] betekent van Nazareth, de stad in Galilea waar Jezus volgens het Nieuwe Testament leefde vóór hij zijn openbaar leven begon.

Vervolg Aantekeningen hoofdstuk 2



Deze pagina delen |